Het terugbrengen van ongelijkheid binnen landen, en tússen landen. Daar moet Sustainable Development Goal 10 (SDG 10) voor zorgen. Sociale, economische en politieke inclusie van alle mensen op aarde moet de maat worden.

De noodzaak van deze SDG10 heeft weinig toelichting nodig. Wereldwijde duurzame ontwikkeling bestaat niet als niet iedereen ervan kan profiteren. Zolang er ongelijkheid bestaat – of het nou op het gebied van gender, etniciteit, religie, inkomen of een ander thema is – is er werk te verzetten.

SDGS

Waar staan we wereldwijd?

Eerst het goede nieuws: er zijn positieve stappen gezet. Zo heeft de internationale gemeenschap vruchtbaar werk verricht om armoede in ontwikkelingslanden te bestrijden. Maar toch blijft de ongelijkheid op onze planeet enorm en is die binnen ontwikkelingslanden toegenomen. In veel landen gaat bijvoorbeeld een groot deel van het totale inkomen naar de rijkste één procent. En elke dag sterven 16.000 kinderen aan ziektes die ze met goede gezondheidszorg niet zouden krijgen. Een hoopgevend lichtpunt brengt de VN ook: tussen 2010 en 2016 stegen in 60 van de 94 onderzochte landen de inkomens van de armste 40 procent van de bevolking harder dan het landelijk gemiddelde.

In 2016 voelde 7,6 procent van de Nederlandse bevolking van Nederland zich ‘lid van een gediscrimineerde groep’.

Hoe staat Nederland ervoor?

Ongelijkheid bestaat ook hier, op verschillende niveaus en binnen verschillende thema’s. 13,2 procent van de bevolking leeft bijvoorbeeld in relatieve armoede. Het verschil tussen arm en rijk is in Nederland in de afgelopen jaren vrij stabiel gebleven, hoewel de armoede in 2017 licht steeg. Internationaal gezien blijft het laag, maar het kán lager. In 2016 voelde 7,6 procent van de Nederlandse bevolking van Nederland zich ‘lid van een gediscrimineerde groep’.

Hoe gaan we het doel halen?

De VN benadrukt dat focus op inclusieve internationale ontwikkelingssamenwerking belangrijk is: door ontwikkelingslanden actiever te betrekken bij besluitvorming, komen we eerder tot oplossingen die in praktijk ook écht werken. Wereldwijd moet er een eind komen aan discriminerende wetten, en andere praktijken die ongelijkheid juist groter maken. En in de tussentijd kunnen álle burgers zorgen voor meer sociale samenhang. Mooi, want armoede en discriminatie bestrijden – en dus ongelijkheid verminderen – werkt pas als we dat structureel met z’n allen doen.