De 17 Sustainable Development Goals (SDG’s) moeten ervoor zorgen dat de wereld een betere plek wordt om te leven. Voor iedereen. Om ervoor te zorgen dat we in Nederland grote stappen zetten om die doelen in 2030 te realiseren is er voor ieder doel een coördinator aangesteld. Op Duurzaamheid.nl kun je elke maand met een van hen nader kennismaken. Dit keer een duo-interview met Lindy van Vliet (Koninklijk Instituut voor de Tropen, KIT) en Karen van Ruiten (hoofd programma Alles Is Gezondheid). Zij zetten zich als SDG3-coördinatoren in voor goede gezondheid en welzijn voor iedereen.
Vanwaar de keuze om met tweeën SDG3 te coördineren?
Van Vliet: ‘Ik ben met name gespecialiseerd en georiënteerd op welzijn en gezondheid op internationaal gebied. Mijn hele werkende leven ben ik actief in internationale samenwerking, gericht op een eerlijke en duurzame wereld buiten Nederland. Vanuit KIT werken wij met tachtig experts om door middel van kennis impact te maken op de SDG’s. De SDG-agenda gaat over wat Nederland doet in de wereld en in ons eigen land. Karen is daarom naast mij een jaar geleden als coördinator van SDG3 begonnen en focust zich met name op Nederland. Wij vullen elkaar dus goed aan.’ Van Ruiten: ‘Ik ben sinds begin 2018 hoofd van het programma Alles is Gezondheid. Daarvoor heb ik bij het Ministerie van Volksgezondheid gewerkt. Ik heb me altijd bewogen op het snijvlak van volksgezondheid, vernieuwen, beleid en praktijk. Die passie zet ik graag in voor SDG3.’
Als we kijken naar SDG3, hoe staat Nederland er dan voor?
Van Ruiten: ‘Wat opvallend is, is dat de verschillen in Nederland tussen bevolkingsgroepen groot zijn. Neem bijvoorbeeld een verschil van zo’n acht jaar in levensverwachting tussen de zogenaamde hoge ses-groep (ses staat voor sociale economische status red.) en lage ses-groep. Ik denk dat we daar in Nederland iets aan kunnen en moeten doen, bijvoorbeeld door op leefstijl in te zoomen. In Nederland hebben we, in tegenstelling tot sommige ontwikkelingslanden, de luxe van te veel eten, naast een gebrek aan beweging.
We voelen de urgentie om anders om te gaan met onze planeet. Als SDG-coördinatoren maken we ons er sterk voor dat we straks niet back to normal gaan. Het zou mooi zijn als dit het begin is van een transformatie in ons denken.
Karen van RuitenEen tweede punt dat aandacht verdient, is mentale gezondheid. De mentale druk op jongeren en volwassenen neemt toe. We zien dat hier steeds meer aandacht voor is, ook bij organisaties en bedrijven. Denk aan onderwijsinstellingen die zien dat leerlingen met stress kampen. Recente cijfers laten zien dat de vraag naar Geestelijke Gezondheidszorg richting 2050 kan vervijfvoudigen. Hier kunnen publiek-private samenwerkingen verandering in brengen.’
Welke ontwikkelingen op het gebied van SDG3 zijn er op internationaal vlak waar te nemen?
Van Vliet: ‘De insteek van de SDG’s is niet voor niets ‘leaving no one behind’. De grote verschillen in vitaliteit en gezondheid onder de bevolking waar Karen aan refereert, zien we wereldwijd terug. Mensen staan op achterstand door hun opleiding, door bijvoorbeeld hun gender of hun etnische achtergrond. Het is belangrijk om specifiek beleid en programma’s te ontwikkelen voor deze groepen. Ook de toename van mentale problemen en het gebrek aan een passend antwoord is niet iets wat alleen hier speelt, het is een internationaal probleem. We zien daarin grote verschillen in de aanpak per land.
Minister Kaag is een van de voorlopers om het taboe rondom mentale ziektes te doorbreken en met name in de meest kwetsbare gebieden.
Lindy van VlietIn sommige landen staat mentale hulpverlening in de kinderschoenen en is er sprake van grote taboes. Er zijn nog steeds plekken in de wereld waar wordt gedacht dat je door de duivel bezeten bent als je een depressie of psychose hebt. Dat zijn ook de landen waar vaak maar één psychiater te vinden is. Gelukkig zie je dat daarin, mede door technologische mogelijkheden, stappen worden gezet. Denk aan het online trainen van psychische hulpverleners.
Nederland speelt op dit vlak een belangrijke rol. Minister Kaag is een van de voorlopers om het taboe rondom mentale ziektes te doorbreken en met name in de meest kwetsbare gebieden, landen in conflict, programma’s te ondersteunen voor mentale hulpverlening.’
Wat kunnen ondernemers en organisaties in Nederland betekenen op het vlak van SDG3?
Van Vliet: ‘In en vanuit Nederland zien we steeds meer publiek-private samenwerkingen. Denk aan Philips die actief is in Kenya in nauwe samenwerking met de overheid en NGO’s daar. Het bedrijfsleven zorgt voor innovatie en efficiëntie, terwijl overheden en NGO’s een belangrijke rol spelen om de projecten ook in te bedden in het bredere gezondheidssysteem. Daarbij spelen ze een rol om te zorgen dat ook de allerarmsten bereikt worden. De kenniswereld ondersteunt opschaling door geleerde lessen in beeld te brengen.’
Landen in ontwikkeling blinken vaak uit in preventie. De zorg op dorpsniveau en de zorg voor elkaar in de community is daar heel sterk ontwikkeld. Ook al is dat uit nood, het is inspirerend om daar goed naar te kijken.
Lindy van VlietVan Ruiten: ‘In Nederland zelf zien we ook veel van dit soort samenwerkingen die veel kansen bieden om samen bij te dragen aan SDG3. In aanvulling daarop zien we dat bedrijven nog meer kunnen letten op hun invloed. Dat varieert van bewust zijn van werkdruk tot veranderingen in eigen ketens. Denk aan het vergroenen van de zorg door minder met plastic en meer recycling toepassen.’
We weten allemaal hoe belangrijk een gezonde leefstijl is, maar het blijkt toch moeilijk om niet aan alle prikkels en verleidingen toe te geven. Hoe kijken jullie daar tegenaan?
Van Ruiten: ‘Er is gelukkig steeds meer aandacht voor leefstijl, ook in de geneeskunst. Maar het probleem is dat de economie vaak nog leidend is. Helaas wordt er veel verdiend aan ongezonde producten. Je zou kunnen zeggen dat de voedingsindustrie, farmacie en medische wereld er meer bij gebaat zijn als we ongezond zijn, dan als we gezond zijn. Daardoor blijkt het vaak lastig om projecten structureel te borgen. Economische prikkels zouden juist aantrekkelijker moeten zijn voor een gezonde aanpak.’ Van Vliet: ‘Als je kijkt naar landen die het op preventief gebied goed doen, worden vaak de Scandinavische landen als voorbeeld aangehaald. Maar ik wil benadrukken dat ook landen in ontwikkeling vaak uitblinken in preventie.
Simpelweg omdat ze minder goede zorg hebben, zoals grote ziekenhuizen en dure apparatuur. Voor hen loont het om goede voorlichting te geven op het vlak van voeding, veilig bevallen en schoon drinkwater. De zorg op dorpsniveau en de zorg voor elkaar in de community is daar heel sterk ontwikkeld. Ook al is dat uit nood, het is inspirerend om daar goed naar te kijken.’ Voor hen loont het om goede voorlichting te geven op het vlak van voeding, veilig bevallen en schoon drinkwater. De zorg op dorpsniveau en de zorg voor elkaar in de community is daar heel sterk ontwikkeld. Ook al is dat uit nood, het is inspirerend om daar goed naar te kijken.’
Hoe kijken jullie aan tegen de invloed die corona heeft op de SDG’s?
Van Ruiten: ‘Door het coronavirus wordt nog duidelijker hoe belangrijk preventie is: voorkomen is beter dan genezen. Vandaar dat we nu in een 1,5-meter-samenleving leven. Ook heeft corona heel pijnlijk zichtbaar gemaakt hoezeer we mondiaal qua gezondheid verbonden zijn. Daarnaast zien we voor het eerst dat gezondheid voor economie gaat.’ Van Vliet: ‘Ik denk dat mensen door de coronacrisis meer aandacht krijgen voor het belang van de natuur en een gezonde planeet.
Een paar weken niet vliegen en je ziet weer een helder blauwe lucht. We voelen de urgentie om anders om te gaan met onze planeet en samen kunnen we bij aankomende verkiezingen een verschil maken. Als SDG-coördinatoren maken we ons er sterk voor dat we straks niet back to normal gaan. Het zou mooi zijn als dit het begin is van een transformatie in ons denken. Wij zien kansen om echt verbindend, vernieuwend en transformatief bezig te zijn als Nederland.’