Hoe verkleinen we de afvalberg in de mode-industrie zonder concessies te doen aan onze ontwerpen? Dat is de vraag die Diek Pothoven, Douwe de Boer en Eugénie Mulier van modelabel MARTAN zichzelf stelden. Het label opende de Amsterdam Fashion Week in september 2022 met een unieke collectie gemaakt van gebruikt hotellinnen. Upcyclen is volgens het label dé nieuwe manier van mode ontwerpen. Wij spraken Van Pothoven en Mulier over dit fenomeen en de shift die gaande lijkt in de mode-industrie.
De wereldwijde mode-industrie is slecht voor het milieu. Daar is niets nieuws aan. Minder kopen en minder items maken van nieuwe grondstoffen, ook wel ‘virgin materials’ in vaktermen, dragen bij aan het verminderen van de CO2-uitstoot, vervuiling en verspilling. En hoewel het besef van de noodzakelijke verandering inmiddels ook doordringt tot de grote ketens, zijn het de kleinere, vaak jonge labels die komen met initiatieven die écht het verschil kunnen maken. Daar waar we vintage, recycling en tweedehandskleding al langer omarmen, wint nu upcycling aan terrein.
Voor de consument is het lastig om het systeem te veranderen. De meesten van hen kopen wat aangeboden wordt. Daarom trekken wij zo hard aan die innovatie. We moeten nú vooruitlopen.
Diek Pothoven, MARTANWaarde toevoegen
Upcycling betekent dat je van een gebruikte stof iets maakt van een hogere kwaliteit, in de vorm van een nieuw product. MARTAN gebruikt hotellinnen van goede kwaliteit die afgekeurd is vanwege vlekjes of gaatjes. ‘Wij voegen hier arbeid aan toe en bewerken het tot kleding. Een item wordt dankzij upcycling beter en waardevoller, zónder dat er virgin material voor is gebruikt,’ aldus Diek Pothoven –oprichter en ontwerper van het label.
Van enkel item naar grote aantallen
In de afgelopen jaren ontwikkelde hij met MARTAN collecties met individuele stukken en werkte hij met andere jonge kunstenaars aan experimenten en films met deze stukken in de hoofdrol. Vorig jaar bracht het label zijn eerste ‘ready to wear’ collectie: mode-items die in grotere oplage worden geproduceerd en verkocht aan consumenten. ‘Maar ready to wear vraagt om grote aantallen. Ik realiseerde me dat MARTAN daarmee al snel zou bijdragen aan de enorme afvalberg. Dat wilde ik niet. En toen kwam Eugénie op ons pad, die met haar label Archivist basic mode-items maakte van gebruikt hotellinnen.’
Het team van MARTAN
Eugénie Mulier: Is mede-oprichter van het merk Archivist dat zich voor het eerst verdiepte in het upcyclen van hotellinnen. Na te hebben gewerkt voor grote Europese modeketens en de hoeveelheid verspilling te hebben gezien, maakte zij het tot haar doel hier verandering in te brengen. Begin 2022 is Archivist onderdeel van MARTAN geworden en daarmee is Eugenie, als head of sustainability, verantwoordelijk voor de duurzame productieketen.
Diek Pothoven: Is oprichter van MARTAN en ontwikkelt naast mode ook internationale shows en films waardoor MARTAN haar collaboratieve en multidisciplinaire karakter kreeg.
Douwe de Boer: Studeerde cum laude af aan ArtEZ Hogeschool voor de Kunsten. Naast zijn werk voor verschillende projecten in de kunst en mode-industrie is hij sinds 2018 vast onderdeel van MARTAN en heeft hij een grote rol gespeeld in de ontwikkeling van het label. Douwe focust zich vooral op design en is daarnaast hoofdverantwoordelijk voor de gang van zaken in het atelier. Met zijn nieuwe rol als co-Creative Director kijkt hij ernaar uit om het label verder vorm te geven.
Blijven doorontwikkelen
Het upcyclen doet MARTAN met afgekeurd hotellinnen van de grote, luxueuze Nederlandse hotels. Jaarlijks wordt zo’n 10 miljoen kilo Europees hotellinnen afgekeurd en weggegooid. Nu gaat een deel daarvan zodra het professioneel gereinigd is naar geselecteerde ateliers in Spanje, Roemenië en Portugal. ‘Het vraagt om goede instructies rondom het knippen van de stof, want we verspillen zo min mogelijk maar moeten wel om gaatjes heen knippen,’ legt Pothoven uit. Voor de stofresten die overblijven heeft hij een nieuw doel: ‘Die laten we vervilten tot een stevige, wolachtige stof waarmee we warme jassen maken voor de wintercollectie. We koesteren de technieken die we gebruiken en breiden dat ieder seizoen uit met innovaties.’ De ontwerper benadrukt dat er al heel veel mogelijk is in duurzame kledingproductie, maar dat je daar zelf achteraan moet. ‘Het is moeilijk om producenten te vinden en hen te overtuigen dat ze moeten investeren in onderzoek naar nieuw materiaal. Het is een lang proces.’
De perfecte showcase
MARTAN trok de aandacht van een van de hotelketens waarvan het linnen wordt gebruikt. Op verzoek van Hotel Grand Amrâth ontwikkelde MARTAN een collectie gebaseerd op de visuele beeldtaal van het hotel. ‘Het hotel is begin vorige eeuw neergezet als hoofdkantoor voor scheepvaartbedrijven. Op dat moment luidt het credo: beheersing van de zee betekent beheersing van de handel. Het gebouw moest dan ook grandeur uitstralen, wat zich uitte in een stijl die later werd omschreven als ‘de Amsterdamse School’. Het gebouw barst van de ornamenten, marmer, details als golven en zeedieren zijn terug te zien in glas-in-lood, tapijten, schildering. Het is heel indrukwekkend en wij hebben dat vertaald in onze belijningen, prints, naden van jurken en het kleurgebruik,’ legt Pothoven uit.
Met de collectie die tot stand kwam opende het label de Amsterdam Fashion Week 2022, afgelopen september. ‘De show in samenwerking met het Amrâth was een prachtige bevestiging van onze beweging: het slaat aan. In de afgelopen maanden hebben we de stof zien transformeren van hotellinnen naar een veelzijdig product, en dat is honderdduizend keer mooier geworden dan het was. De consument heeft geen moment het gevoel dat hij of zij een geupcycled laken draagt. En dat is ook ons doel: we willen dat iemand het koopt omdat het mooi is en toevallig ook beter voor de wereld.’
Er gebeurt veel op het gebied van materiaal. Steeds meer modelabels zijn met innovatie bezig maar het is lastig schalen, waardoor weinig grote labels of ketens upcyclen.
Diek Pothoven, MARTANKetens blijven achter
Tijdens Amsterdam Fashion Week ’22 stond upclycling bij meerdere ontwerpers centraal. Pothoven: ‘Er gebeurt veel op het gebied van materiaal. Steeds meer modelabels zijn met innovatie bezig maar het is lastig schalen, waardoor weinig grote labels of ketens upcyclen. Het is nog altijd makkelijker en goedkoper om hett niet te doen en te kiezen voor nieuwe materialen, zoals organic cotton. Wij verwachten dat we de komende jaren wel meer van de grote ketens gaan zien qua upcycling, maar het zullen altijd capsulecollecties zijn, dus kleine collecties binnen het grotere geheel.’
Wet- en regelgeving noodzakelijk
Over de toekomst van de industrie kan Pothoven wel een voorspelling doen. ‘Er zijn tal van richtlijnen voor 2030, allemaal sympathiek en ambitieus. Maar ik denk dat het transitieproces versneld wordt wanneer organisaties als Milieudefensie rechtszaken aanspannen tegen de industrie. De overheid moet met wet- en regelgeving komen die verdergaat dan richtlijnen. Voor de consument is het lastig om het systeem te veranderen. De meesten van hen kopen wat aangeboden wordt. Daarom trekken wij zo hard aan die innovatie. We moeten nú vooruitlopen. Binnenkort is het te laat.’
Meer lezen over upcyclen? Lees dan het boek De Upcycle: voorbij duurzaamheid – ontwerpen voor overvloed. Dit boek is het vervolg op ‘Cradle to Cradle – afval = voedsel’, het baanbrekende boek van Michael Braungart en William McDonough.