De 17 Sustainable Development Goals (SDG’s) moeten ervoor zorgen dat de wereld een betere plek wordt om te leven. Voor iedereen. Om ervoor te zorgen dat we in Nederland grote stappen zetten om die doelen in 2030 te realiseren is er voor ieder doel een coördinator aangesteld. Op Duurzaamheid.nl kun je elke maand met een van hen nader kennismaken. Dit keer een interview met Maresa Oosterman. Naast director van SDG Nederland, zet zij zich als coördinator van SDG17 in om wereldwijde samenwerking aan te jagen.
Je bent vanuit twee rollen betrokken bij de SDG’s. Kun je wat meer vertellen over jouw persoonlijke drijfveren?
‘In mijn jongere jaren heb ik in Indonesië en Zuid-Korea gewoond, dat waren toen nog echt ontwikkelingslanden. De overburen woonden in een tent, het water zat in een emmer en was in de winter bevroren. Dat heeft veel indruk op mij gemaakt. 23 jaar geleden was ik betrokken bij de allereerste internationale klimaatafspraken in Kyoto. Toen werd je als je je bezig hield met het klimaat nog gezien als ‘gekkie’, de urgentie werd nog niet breed gevoeld. De laatste jaren zie ik dat we het probleem onder ogen durven te zien. Burgers kunnen nu zelf bijdragen aan duurzaamheid, door bijvoorbeeld voor zonnepanelen te kiezen of door geen of minder vlees te eten.
23 jaar geleden was ik betrokken bij de allereerste internationale klimaatafspraken in Kyoto. Toen werd je als je je bezig hield met het klimaat nog gezien als ‘gekkie’.
Maresa OostermanWaar we in het verleden het gevoel hadden overspoeld te worden door dit wereldwijde probleem, hebben mensen nu het idee dat ze zelf de regie kunnen pakken. Ik vond het heel ontroerend om de klimaatdemonstraties van jongeren te zien. Hoewel het ook confronterend is, want ondanks alle goede bedoelingen toen in Kyoto, heb ik het gevoel dat we die jongeren toch hebben laten zitten.’
Hoe staat Nederland ervoor als het gaat om SDG17?
‘Als je kijkt naar de cijfers van het CBS, dan doen we het best goed. Zo kom je overal in de wereld mensen tegen die in Nederland hun studie hebben genoten, dat zie ik als heel positief. De voetafdruk van Nederland in het buitenland is een pijnpunt. Dat heeft met name met onze vleessector te maken: we importeren veevoer uit het buitenland en exporteren het vlees vervolgens. Ook blijft Nederland achter als het gaat om de afgesproken financiële bijdrage voor ontwikkelingssamenwerking. We halen die norm van 0.7 procent nu niet. Verder denk ik dat er in Nederland meer coherentie in het nationale beleid mag komen. We subsidiëren fossiele brandstoffen, terwijl we tegelijkertijd de klimaatdoelen proberen te behalen.’
Om SDG17 te behalen, is goede samenwerking en een gevoel van urgentie van groot belang. Hoe kunnen we daarvoor zorgen?
‘Ik zie veel actie in de samenleving, van bedrijven, onderwijsinstellingen, maatschappelijke organisaties, burgers enzovoort. Zij kunnen elkaar inspireren, aanspreken en verder helpen. Maar de overheid is ook nodig: hoe zorgen we ervoor dat ons nationale beleid gaat werken voor en met de SDG’s, in plaats van ertegen? Zeggen dat je de SDG’s van harte ondersteunt, is iets anders dan ernaar handelen.
In Nederland heffen we relatief veel belasting op werk en veel minder op vermogen en vervuiling. Dat helpt niet als je ongelijkheid en milieuvervuiling wilt aanpakken.
Maresa OostermanKijk naar het belastingstelsel in Nederland: wij heffen relatief veel belasting op werk en veel minder op vermogen en vervuiling. Dat helpt niet als je ongelijkheid en milieuvervuiling wilt aanpakken. Door dat belastingstelsel anders in te vullen, kun je zorgen dat er meer positieve prikkels zijn om de SDG’s te behalen.’
Wat zouden we naast die belastingprikkel nog meer kunnen doen?
‘Wat mij betreft vertalen we deze internationale doelen naar doelen voor Nederland. Zoals we dat ook voor het klimaat hebben gedaan. Alleen zó weten we waar we naartoe werken en kunnen we ook echt meten of we op koers liggen. Natuurlijk heeft iedere SDG-coördinator een Plan van Aanpak, maar daarmee zijn we er niet. Ik pleit ervoor om de miljarden van het Wobke-Wiebesfonds hiervoor in te zetten. Daar ligt de focus nu op groei, terwijl we inmiddels weten dat ongetemde groei goede dingen kan ondermijnen. We hebben hierover een brief naar het kabinet gestuurd en het gesprek hierover stond op de planning, maar door de coronacrisis heeft dat gesprek nog niet plaatsgevonden.’
De SDG Action Day is net achter de rug, wat is je daarvan het meest bijgebleven?
‘Ik vind het mooi om te zien dat zoveel organisaties, ook het bedrijfsleven, de handschoen oppakken. Een heel inspirerend voorbeeld vind ik de ontwikkelingen rondom kweekvlees. Ik zie dat als een geweldige oplossing voor de problemen die de vleesproductie nu oplevert: zoals broeikasgassen, stikstof en het gebruik van veel land, water en antibiotica.’
We hebben het al over verschillende belangen gehad. Niet alle boeren zullen openstaan voor kweekvlees. Hoe moeten we daarmee omgaan?
‘Ik denk dat het ook kansen biedt. Je moet boeren meenemen in zo’n ontwikkeling. Misschien kunnen die agrarische ondernemers wel een rol spelen bij de productie. Juist bij dit thema zie je hoe belangrijk samenwerking is. En dan heb ik het niet alleen over overleg met boeren, maar ook met gedragswetenschappers en politiek bijvoorbeeld. Juist dat partnerschap staat centraal bij SDG17.’
Hoe staat het ervoor als we elkaar over tien jaar spreken?
‘Simpel, dan hebben we de doelen gehaald. Maar dan moeten we wel eerst de SDG’s vertalen naar nationale doelen en een kabinetsbreed plan om ze te halen. Als Nederland vervolgens oplossingen ontwikkelt om de SDG’s te halen, zoals kweekvlees, is daar in de hele wereld vraag naar. Want de hele wereld heeft dezelfde doelen. Zo kunnen we samen zorgen voor een wereld die meer in balans is en beter tegen schokken kan.’
Lees dan ook dit artikel door onder anderen SDG Nederland en de SDG-coördinatoren in het Parool over de noodzaak om de SDG’s te vertalen naar nationale doelen.