Hoe kan er in steden en gemeenten effectief worden samengewerkt aan de SDG’s? Deze vraag stond centraal in de workshop die Duurzaamheid.nl op 25 september organiseerde tijdens de (digitale) SDG Action Day, samen met de SDG 11-Alliantie en VNG. De ruim zestig deelnemers keken en luisterden niet alleen mee, maar verrijkten de discussie door het live tippen van bestaande initiatieven, opperen van ideeën en stellen van vragen.
De belangrijkste conclusie van de workshop: Steden en gemeenten weten burgers en ondernemers te beroeren met de SDG’s, maar ook andersom: burgers brengen juist ook gemeenten in beweging. Kortom: er gebeurt veel op gemeentelijk niveau. Sprekers tijdens de SDG11-workshop waren Anne-Marie Rakhorst (duurzaamheid.nl en coördinator SDG11-Alliantie), Gerard Roemers (Metabolic), Arjan Hassing (gemeente Amsterdam) en Nicoleta Mitut (Gemeente Deventer).
Benader duurzaamheid integraal
‘Zodra gemeenten en steden duurzaam zijn, is Nederland duurzaam’, trapt coördinator van de SDG11-Alliantie en initiatiefnemer van duurzaamheid.nl Anne-Marie Rakhorst de workshop af. Daarvoor is samenwerking onontbeerlijk, vindt ze. Nog te vaak worden volgens haar landelijke, stedelijke en gemeentelijke plannen rond verduurzaming parallel van elkaar opgesteld, waardoor het eilandjes blijven en ze elkaar niet versterken. Net zoals ook de verschillende transities – het stoppen van klimaatverandering, sociaal duurzamer worden, de uitvoering van de energietransitie en de implementatie van de circulaire economie – te veel als parallelle processen worden benaderd.
Veel informatie is gericht op een doelgroep vanaf zo’n 24 jaar, maar juist de jongste generatie heeft een belangrijke voortrekkersrol in huishoudens als het gaat om duurzaamheid.
Anne-Marie RakhorstEen integrale benadering van de SDG’s vereist ook dat belangrijke stakeholders aangehaakt worden, vindt ze. Maar een belangrijke groep wordt nog te vaak over het hoofd gezien: de jeugd. Veel informatie is gericht op een doelgroep vanaf zo’n 24 jaar. Volgens Anne-Marie heeft juist de jongste generatie een belangrijke voortrekkersrol in huishoudens als het gaat om duurzaamheid.
Een goede circulaire strategie is afgestemd op de plek en de gemeente
Na deze introductie geeft gespreksleider Natasja van den Berg (Tertium) het woord aan Gerard Roemers. Hij is planoloog bij Metabolic, een ingenieursbureau. Hij legt uit dat een circulaire stad in zijn visie geen doel op zich is. Dat is namelijk een prettige gemeenschap zonder al te oneerlijke verdelingen van welvaart, grondstoffen en welzijn, waarbij we de draagkracht van onze planeet niet overschrijden. Hij heeft voor de deelnemers een aantal adviezen om de transitie naar een circulaire stad te versnellen. Voor hem begint het met een goede strategie, die past bij de plek en de gemeenschap.
Hij raadt aan te kijken welke sectoren en netwerken er belangrijk zijn en daarop te focussen. Maatwerk dus. Goede data ten aanzien van de materiaalstromen en de impact ervan is onmisbaar voor de strategie, waarbij Roemers opmerkt dat een stad of gemeente een regierol zou moeten nemen in het ontsluiten van die data voor het publiek. Dan kunnen ondernemers er ook slim op inspringen.
Met ruimtelijke ordening kun je de circulariteit van een stad vergroten, bijvoorbeeld door innovatief gebruik van bouwmaterialen.
Gerard RoemersDe strategie uitvoeren kan geen enkele stad in zijn eentje, merkt hij op. Je moet daarom een gemeenschap opbouwen en aanjagen om het samen te gaan doen. Dat geldt zeker voor partijen voor wie circulariteit relatief duur is door de kleinere schaal, adviseert Roemers een deelnemer die vraagt naar een aanpak voor kleinere steden. Roemers geeft als voorbeeld de kracht van ondernemersnetwerken in een provincie als Friesland. Ook met ruimtelijke ordening kun je de circulariteit van een stad vergroten, bijvoorbeeld door innovatief gebruik van bouwmaterialen. Andere hulpmiddelen zijn financiële en economische prikkels, en circulair inkopen. Een laatste tip: beleg circulariteit horizontaal door de gemeente heen, met een operationeel team over de afdelingen heen.
Het model van de donut-economie en de SDG’s vullen elkaar aan
Arjan Hassing (Circular Partnerships & Innovation Strategist bij gemeente Amsterdam) schetst hoe Amsterdam de 'Doughnut Economy' van Kate Raworth als frame heeft benut voor een nieuwe circulaire strategie. Die moest niet alleen de materiële kant van circulariteit borgen, maar ook de sociale kant, legt hij uit. Het hele strategietraject, waar Raworth zelf ook een rol in had, heeft geresulteerd in een innovatieprogramma met ruim tweehonderd projecten en maatregelen. Daarnaast wordt een monitor ontwikkeld om te meten hoe de transitie naar een circulaire stad vordert. Het programma is tot stand gekomen dankzij input vanuit het gemeentelijk apparaat en daarbuiten: van wethouders en management tot burgers en ondernemers. Ook partijen van buiten de stadsgrenzen maken deel uit van het programma, bevestigt Hassing als een deelnemer wil weten of het proces zich enkel binnen de stadsgrenzen voltrok. Workshops vormden een belangrijk middel om input op te halen bij wijken, organisaties en bedrijven.
Gevraagd naar de relatie tussen het donut-model en de SDG’s, legt Hassing uit dat de SDG’s terug te vinden zijn aan de binnenkant van de donut: het social foundation deel. De donut pleit expliciet voor het ontwikkelen van nieuwe producten, diensten en methoden waarmee het welzijn en een sociaal fundament gegarandeerd kunnen worden in alle landen, zonder de planetaire grenzen te overschrijden. De donut kan goed ingezet worden als relationeel model, waarbij duidelijk wordt dat er grenzen zijn aan de groei. Dit kan zowel op organisatorisch niveau, als op projectniveau, of als tool om met mensen in de stad aan te werken. De SDG’s lenen zich uitstekend om de afzonderlijke doelen te benchmarken omdat ze door meer dan 190 landen geratificeerd zijn, en bovendien genieten ze brede bekendheid. De gemeente Amsterdam gaat daarom aan de slag om de twee modellen te integreren.
Ambassadeurs en uitleggen helpen de achterban te vergroten
Nicoleta Mitut is programmamanager Internationaal Beleid bij de gemeente Deventer: winnaar van de Global Goals Gemeenteverkiezing van 2020 in de categorie Verbinding, samenleving en bedrijfsleven. Mitut legt uit hoe ze dat voor elkaar hebben gekregen. Aan de basis van de beweging in Deventer staat een groep vertegenwoordigers vanuit de cultuursector, de creatieve sector, bedrijfsleven, ngo’s, onderwijs en de gemeente zelf. Samen vormen zij de kerngroep Deventer4GlobalGoals. Zij richten hun pijlen op ondernemers die de potentie van de SDG’s nog niet zien.
Om te zien hoe het er in Deventer voor staat is eerst geïnventariseerd (1) welke partijen rondom welke Global Goals actief zijn. Daarvoor is gepraat met directies van grote en kleine bedrijven en kennisinstellingen, VNG en omliggende gemeenten, aangevuld met een onderzoek onder bedrijven uit verschillende sectoren in Deventer. Vervolgens inspireerde (2) de kerngroep bedrijven en andere partners door goede voorbeelden via de nieuwe website www.deventer4globalgoals.nl en social mediakanalen uit te lichten. Hiermee is een online platform gecreëerd waar ondernemers onderling kennis uitwisselen en inspiratie opdoen.
Om ondernemers te activeren (3) is een jaarlijkse Global Goals-prijs geïntroduceerd voor ondernemers. Ook heeft de kerngroep Deventer4GlobalGoals een Captains of Industry Dinner georganiseerd voor de belangrijkste vertegenwoordigers van bedrijven uit verschillende economische sectoren en brancheverenigingen in Deventer. De kansen die de Global Goals bieden stonden tijdens het diner centraal. Dat leidde tot een coalitie van ondernemers die zelf jaarlijks 2 à 3 themabijeenkomsten organiseert rond de Global Goals. Daarmee is er dus, zoals een deelnemer aan de workshop zich afvraagt, breder draagvlak dan alleen een actiegroep met fanatiekelingen. Volgens Mitut is het de gezamenlijke aanpak met inzet van lokale ambassadeurs vanuit verschillende sectoren die heeft gezorgd voor een snel en groot bereik naar de achterban. En wat ook belangrijk is, benadrukt ze: blijven benoemen welke voordelen de SDG’s ondernemers te bieden hebben, in combinatie met aansprekende voorbeelden.
Steden en gemeenten kunnen stempel drukken op rijksbrede SDG-aanpak
In haar terugblik op de presentaties, deelt Anne-Marie Rakhorst wat haar nog duidelijker is geworden: ‘Wat we al waanzinnig goed doen is burgers en ondernemers betrekken in de beweging. Ik denk daarom dat gemeenten en steden, individueel en collectief, ook in staat zijn de Rijksoverheid duidelijk te maken dat een rijksbrede SDG-aanpak in Nederland nodig is. Die invloed hebben ze.’
Sta ook op tijd stil bij de successen die zijn geboekt. Met succes genereer je nieuw succes.
Anne-Marie RakhorstOp de oproep vanuit verschillende deelnemers om kennis op een effectieve manier te delen zodat het wiel niet opnieuw hoeft te worden uitgevonden, nodigt ze iedereen uit om aan te geven waar ze meer over willen weten. Ook roept ze iedereen op om goede voorbeelden of juist problemen in het stedelijk gebied te melden bij duurzaamheid.nl zodat hier de nodige informatie over kan worden gedeeld. ‘Kom maar op met die initiatieven en vragen!’ Rakhorst sluit af met de mededeling dat de beweging rondom duurzaamheid al veel verder is dan ze ooit had kunnen dromen, en dat – hoewel er nog veel moet gebeuren – het ook belangrijk is om stil te staan bij de successen die geboekt zijn. ‘Want met successen genereer je nieuw succes.’
• ‘Het inzetten van ambassadeurs en zo je bereik vergroten’ (Emma)
• ‘Decentrale ontwikkeling van plannen, en deze bij elkaar brengen om kennis uit te wisselen middels platforms en zodoende opschalen’ (Marijn)
• ‘Vanaf jonge leeftijd leerlingen erbij betrekken’ (Jasper)
• ‘Geef voordelen en voorbeelden’ (Froukje)