Om duurzame systeemverandering tot stand te brengen moeten overheden, bedrijven en kennisinstellingen samenwerken. Volgens de Amsterdam Economic Board ligt de sleutel tot een circulaire economie in netwerksturing. Maar wat houdt dat precies in? We gingen hierover in gesprek met boardlid Jacqueline Cramer. Om houvast te bieden aan netwerksturing formuleerde zij tien bouwstenen, gericht op aanwakkeren, context en succesvolle uitvoering.
Amsterdam Economic Board: het startpunt voor samenwerking
In lijn met de ambities van de Rijksoverheid zet de Amsterdam Economic Board sinds 2015 fors in op circulaire ambities. De Amsterdam Economic Board is een platform dat samenwerking tussen het bedrijfsleven, kennisinstellingen en overheden in de Metropool Regio Amsterdam stimuleert. Het doel: een slimme, gezonde en groene toekomst van de Metropool Amsterdam. Deze regio bestaat uit de provincies Noord-Holland en Flevoland, 32 gemeenten en de vervoerregio Amsterdam. De Board ziet zichzelf als onafhankelijke speler tussen alle partijen binnen het complexe maatschappelijke speelveld.
Met alleen een nieuwe wet of een technische innovatie kom je er niet. Er is verandering nodig op grote en meerdere vlakken.
Jacqueline CramerNetwerksturing als sleutel tot een circulaire economie
De sleutel om circulaire economie in de praktijk te realiseren is volgens de Board netwerksturing. Het uitgangspunt hiervan is dat er op basis van een gedeelde urgentie afspraken worden gemaakt tussen alle relevante betrokken partijen en dat iedere deelnemer zijn verantwoordelijkheid neemt om het vastgestelde doel te behalen. Geen informele netwerkclub dus, maar werken volgens vaste afspraken.
Om houvast te bieden aan netwerksturing formuleerde boardlid Jacqueline Cramer tien bouwstenen, waarbij de transitie aanwakkeren, context en succesvolle uitvoering de cruciale pijlers zijn. In de publicatie ‘De kracht van netwerksturing - Tien bouwstenen voor een slimme, groene en gezonde Metropool Amsterdam’ deelt Cramer het idee en de successen.
Bouwstenen voor een groene en gezonde toekomst
De tien bouwstenen raken aan alle onderdelen van een transitie. Cramer: ‘Je moet het zo zien dat iedere transitie bestaat uit meerdere transitie-initiatieven. Met alleen een nieuwe wet of een technische innovatie kom je er niet. Er is verandering nodig op grote en meerdere vlakken. Hierbij spelen veel en verschillende belangen een rol.’
De bouwstenen die Cramer formuleerde op basis van tientallen uitgevoerde transitie-initiatieven waaraan de Board meewerkte, raken alle onderdelen van een veranderingsproces. In hoeverre zo’n bouwsteen bepalend is hangt af van het initiatief. Soms duurt het lang om een gedeelde urgentie te krijgen, een andere keer blijkt een passend businessmodel een struikelpunt.
Gedeelde urgentie is key
De eerste vier bouwstenen zijn gericht op het op gang brengen van een transitie-initiatief. Dat begint allemaal met een gedeeld gevoel van urgentie. Alle partijen moeten de noodzaak voelen voor verandering en hun eigen rol daarin scherp zien. Is dat niet het geval, dan is zo’n initiatief al gedoemd te mislukken. Ondanks dit gedeelde gevoel van urgentie kan de motivatie voor een transitie verschillend zijn.
Een voorbeeld daarvan is het Amsterdamse bermgras. Cramer: ‘Op sommige plekken moet bermgras worden gemaaid. Maar wat doe je er vervolgens mee?’ Vanuit milieuperspectief lagen er kansen. ‘Voorheen werd bermgras standaard verbrand, maar dat is laagwaardig. Bermgras zit vol waardevolle componenten en vezels waar je bijvoorbeeld isolatiemateriaal van kunt maken, en je kunt er energie uit opwekken. We hebben toen gezocht naar toepasbare oplossingen: innovaties die al ver genoeg in ontwikkeling waren en waarvan je weet: als we dit proberen groot te maken dan lukt dat.’
1. Circulair inkopen, vanwege de sturende invloed die dit kan hebben op het creëren van een markt voor circulaire producten en diensten
2. Hergebruik van negen grondstofstromen die in grote volumes door de regionale economie gaan, maar nog onvoldoende hoogwaardig worden hergebruikt en gerecycled. Te denken valt aan matrassen, luiers, biomassa, textiel en dataservers.
Context is cruciaal
De vijfde bouwsteen stelt dat het de uitdaging is om die innovaties door te laten dringen in de markt die ver genoeg ontwikkeld zijn maar waarvan het bedrijf zelf dat niet alleen voor elkaar krijgt. Er moet een context worden georganiseerd zodat het transitie-initiatief haalbaar wordt. Je moet dus op zoek gaan naar partijen die samen in staat zijn om dat initiatief succesvol uit te voeren, de zesde bouwsteen. ‘Een soort marktconsultatie,’ legt ze uit. ‘Bij bermgras viel dat in het begin tegen, er kwamen enkele grote partijen maar daarmee zetten we niet de volgende stap. Uiteindelijk kwam er een bedrijf dat vergaande mogelijkheden heeft ontwikkeld om bermgras te verwerken. Toen wist ik: dit is wat we moeten hebben.’
De partijen afzonderlijk hadden prachtige initiatieven, maar gezamenlijk werd het een transitie
Jacqueline CramerOp het moment dat je alle partijen bij elkaar hebt en de bereidheid hebt gevonden tot samenwerking, de zevende bouwsteen, kun je van start. Hierop ging Cramer, transitiemakelaar in dit proces, op zoek naar toeleveranciers om een consortium te vormen. ‘De provincie en andere partijen zijn ingesprongen. Er werd een bepaald volume aan bermgras gegarandeerd aan het verwerkingsbedrijf. Vervolgens was het de uitdaging of de afzet die dat bedrijf kon leveren voldoende opleverde voor een complete businesscase. Die kanalen zijn nu bijna gevonden voor zowel de stoffen als de vezels en wordt bermgras daadwerkelijk getransformeerd.’
Het nieuwe denken
Dat netwerksturing om een relatief nieuwe manier van denken vraagt heeft de praktijk wel uitgewezen, beaamt Cramer. ‘Het opwerken van niet meer draagbaar textiel tot herbruikbare stoffen was een transitie die veel coördinatie vergde. De gedachte om gecoördineerd te gaan inzamelen en sorteren was nieuw bij de gemeenten. Het idee daarachter is dat er voldoende volume uitkomt om het verder te kunnen verwerken, door een bedrijf in Krommenie in dit geval. Zij hebben een machine die goed kan scheiden op stofsoorten. Een prachtig apparaat want daar komen diverse fracties uit waar je weer iets nieuws mee kunt doen. Denk aan het gebruik van ingezamelde lakens en overhemden, waarvan je nieuwe jeans of schorten in de zorg kunt maken. De partijen afzonderlijk hadden prachtige initiatieven, maar gezamenlijk werd het een transitie.’
Geef de samenleving de kracht die ze heeft en stuur dit op een formele manier aan.
Jacqueline CramerSuccesvolle uitvoering
Een transitiemakelaar moet op zo’n moment alle partijen bij elkaar zien te krijgen en zorgt ervoor dat de neuzen dezelfde kant op staan. Deze persoon is dienend leider van een proces, maar het netwerk dat wordt aangestuurd is gezamenlijk verantwoordelijk voor het resultaat. Een transitiemakelaar trekt zich min of meer terug zodra de afspraken binnen een opgebouwd consortium zijn gemaakt en deze zelf aan de gang kan.
Toch is interventie soms nodig, zoals bij het initiatief van luiers. ‘De transitie van de luiers duurde wat langer,’ legt Cramer uit. ‘Daar kwam een van de ketenpartners dusdanig in de financiële problemen dat hij de verantwoordelijkheid niet meer kon dragen. Er ontstond plots een vacuüm dus moesten we opnieuw om de tafel. Uiteindelijk hebben de gemeentes gezamenlijk een nieuwe aanbesteding gedaan om het vlot te trekken. Het hergebruiken van de hoofdcomponenten van luiers gaat hopelijk binnenkort van start. Parallel hieraan blijven we natuurlijk ook herwasbare luiers promoten.’ Vertraging vindt dus weleens plaats, maar mislukt zijn de transitie-initiatieven tot nu toe nog nooit.
Inclusief denken
Een circulair initiatief is nooit in één keer perfect. Maar iedere stap die gezet wordt leidt tot een flinke stap op weg naar de grote transitie richting circulaire economie. Wil Nederland in 2050 volledig circulair zijn, is het de belangrijkste uitdaging voor de overheid om heldere beleidsdoelen per sector te gaan stellen en die doelen om te zetten in daden met behulp van netwerksturing. Deze nieuwe vorm van sturing komt niet in de plaats van maar is complementair aan de traditionele overheidssturing. Het advies van Cramer? ‘Betrek de relevante partijen en geef ze de verantwoordelijkheid om onder leiding van een intermediair een verandering tot stand te brengen. En lukt dat niet? Dan zou de overheid op grond van het voorwerk dat is verricht knopen moeten doorhakken. Maar geef de samenleving de kracht die ze heeft en stuur dit op een formele manier aan.’
De voormalig minister ziet overheden als partners in netwerksturing, gelijkwaardig aan de andere partners. Gebeurt de netwerksturing op basis van die gelijkheid goed, dan wordt vanzelf helder wat vanuit openbaar bestuur nog noodzakelijk is. ‘Om echte systeemverandering te bereiken heb je meer nodig dan de traditionele instrumenten en het openbaar bestuur.’