We leven in een mooie tijd, midden in de digitalisering. Zo zullen mensen zich tijdens de industrialisatie ook gevoeld hebben: een veranderende periode, waarbij arbeid door mens en dier in toenemende mate vervangen werd door machines. Wij ervaren nu hoe het besturen van die machines door de mens, vervangen wordt door een besturing door computers. We zien door internet verbindingen en communicatie ontstaan op wereldwijde schaal. In de tijd van de industrialisatie was het ieder landje voor zich, met wereldoorlogen tot gevolg. Nu zien we dat internet de hele wereld verbindt. Zeker een bijzondere tijd.
Tegelijkertijd merken we dat er ook een keerzijde is, we zien en ervaren de negatieve gevolgen voor mens en dier. Dat is echter precies het signaal dat het tijdperk van het Sustainisme in zal luiden. Die term komt uit de pen van Michiel Schwarz en Joost Elffers, gaat al een aantal jaar mee en zou zomaar de verzamelnaam kunnen worden voor de huidige vernieuwende stromingen en ontwikkelingen wereldwijd. De term vertegenwoordigt, volgens Schwarz en Elffers, een nieuwe mind-set die zal bepalen hoe wij met onze wereld omgaan, wat we waarderen en hoe we onze leefomgeving vorm geven. Het is divers in plaats van uniform; effectief in plaats van efficiënt; netwerk in plaats van hiërarchisch; lange termijn in plaats van snel-snel; betekenis in plaats van functionaliteit. Het gaat om delen, netwerken, lenen en open source. Elke plaats in de wereld is wereldwijd verbonden, 24/7, zowel lokaal als globaal. Zoals het Modernisme grote invloed had in de twintigste eeuw zal het Sustainisme dat hebben in deze eeuw. Sustainisme zal grote invloed hebben op onze kennis, innovatie, productiemethoden (cradle-to-cradle), architectuur, stedenbouw, business modellen, gemeenschapsvormen, voedselvoorziening en nog veel meer. Duurzame leefstijlen, wereldwijde communicatie, sociale media en de groeiende belangstelling voor het lokale: het draagt allemaal bij aan het Sustainisme. Het co-design met de natuur zal leidend zijn. Uit de groeiende belangstelling voor biomimicry zullen nieuwe combinaties tussen ‘eco’ en ‘hi-tech’ ontstaan die de biobased economie voortstuwen.
Invloed op de gebouwde omgeving
Het Sustainisme zal natuurlijk ook onze gebouwde omgeving en hoe we die maken veranderen. De focus zal gericht zijn op circulariteit. Het maken en sluiten van kringlopen. Zoals iedereen die zich een beetje met duurzaamheid bezig houdt natuurlijk allang weet, vormen kringlopen de grote gemene deler van alle duurzame principes en theorieën. Dat geldt voor de biobased economie, dat geldt voor grondstoffen, voor energievoorzieningen en uiteraard ook voor de functie of het gebruik van een gebouw. Circulariteit past naadloos in het Sustainisme. En de tijd zal leren hoe we de circulariteit werkbaar, internationaal, toepasbaar en opschaalbaar kunnen maken. Uit het Sustainisme ontstaan diverse noviteiten, initiatieven en start-ups. En dat is mooi, hoe meer innovatieve ideeën en mogelijkheden hoe beter en bovendien zet een onderlinge concurrentie ze op scherp. Ideeën passen niet altijd in de praktijk, weten we allemaal.
Welke initiatieven zien we in de bouwwereld verschijnen om haar circulair te krijgen en welke lijken kansrijk? Wanneer we eens met een logische blik naar materialen en grondstoffen in een circulaire bouwwereld kijken dan zijn drie zaken van belang: je moet het materiaal zuiver houden, je moet weten wat waar zit en we moeten van bezit naar gebruik. Laten we eens een voor een kijken hoe het hiermee staat.
Zuivere materialen
Door het zuiver houden van materialen kunnen ze in een zuivere kringloop blijven. C2C heeft daar een hele mooie voorzet voor gegeven en veel mensen geïnspireerd. Dat is mooi en er worden diverse initiatieven genomen op het gebied van circulariteit van grondstoffen. En dan bedoel ik niet zozeer recyclen, een van de meest misbruikte termen om een soort circulariteit mee te suggereren. Een excuusterm om niet echt na te hoeven denken of echt anders te gaan produceren.
Het ligt in de verwachting dat met name de biologische cirkel van C2C een grote rol gaat spelen in de circulaire bouwwereld. Biomaterialen (‘biodegradable’) hergroeien immers tijdens het gebruik van de materialen en passen veel beter bij het kringloopprincipe van een circulaire wereld. Verder is het interessant om te zien dat door de ontwikkeling van biobased materialen (biorenewable materials), materialen uit de technische cirkel worden overgeheveld naar de biologische cirkel.
Paspoort
Vervolgens moeten we dus weten waar de materialen zitten. Een van de principes die daar een grote rol in zal hebben is het gebouwenpaspoort, grondstoffenpaspoort of materialenpaspoort. Er loopt nu een Greendeal Circulair bouwen die als doel heeft gesteld een gebouwenpaspoort te ontwikkelen. Ook in de Adviesgroep Nieuwbouw en Renovatie Breeam-NL bij de DGBC zien we deze ontwikkelingen langskomen. BIM levert ons al heel veel informatie en een paspoort waarin staat welke materialen waar zitten. Dat is mooi, maar belangrijker is: hoe ga je er mee om?
Hoe kan je nu bepalen in hoeverre de materialen ook werkelijk in de toekomst teruggewonnen worden? Hoe garandeer je dat het paspoort in de toekomst bijgehouden wordt bij renovaties, faillissementen, verkoop, enz. En hoe registreer je de bouwmaterialen? Hoe voorkom je dat je de gegevens niet op een soort Betamax-tape hebt staan waar ze over een eeuw, als ze gaan slopen, niets meer mee kunnen? Concluderend kunnen we stellen dat het principe van een paspoort een uitstekende duurzame insteek is. Maar de grote vraag is de bruikbaarheid en opschaling in de nabije toekomst.
Van bezit naar gebruik
Als derde is het principe van bezit naar gebruik een belangrijke ontwikkeling. Daar hebben we een fraai praktijkvoorbeeld van. Het gemeentehuis van Brummen. Turntoo ziet het gebouw daar als een grondstoffenbank en wil geen eigendom, maar prestatie. Producenten blijven eigendom en Philips hoeft geen lamp te leveren maar licht. Het interessante aan dit principe is dat het in het eigen (financiële) belang van de producenten is om een goed werkbaar product te leveren, bij voorkeur zonder onderhoud, te repareren indien nodig en dat zo lang mogelijk mee gaat. Goed om te zien dat er al veel kan. De gebruiker wil namelijk een ‘prestatie‘ van het gebouw en van de installaties, hij hoeft ze niet te bezitten. Alle materialen en onderdelen blijven eigendom van de producenten zodat deze verantwoordelijkheid blijven dragen voor kwaliteit en hergebruik.
De bovengenoemde drie aspecten zijn de basis voor circulariteit in de gebouwde omgeving. Het is aan ons om deze circulariteit niet alleen in de bouw, maar ook in de maatschappij te integreren, vorm te geven en op te schalen om het Sustainisme daadwerkelijk een nieuw tijdperk te laten vormen. Een tijdperk waarnaar men decennia of eeuwen later terug zal kijken en zal beseffen dat die tijd het keerpunt was voor de manier waarop de mens omgaat met de planeet.