De Jonge Klimaatbeweging lobbyde de afgelopen jaren als spreekbuis van 64 jongerenorganisaties voor een onafhankelijke Klimaatautoriteit en een generatietoets. Met succes: beide ideeën belandden in het coalitieakkoord. Voorzitter Aniek Moonen (24) is positief, maar ook ongeduldig: ‘We zijn voorbij het punt om over ambitie te praten.’
Aniek Moonen en haar bestuursgenoten zitten regelmatig om tafel met premier Mark Rutte en andere politici. Leuk, dat gepraat, maar wat krijgen ze nou echt voor elkaar? Het is een vraag die Moonen als voorzitter van de Jonge Klimaatbeweging regelmatig krijgt, maar ze vond hem altijd lastig te beantwoorden. ‘Tot nu’, zegt de 24-jarige met zichtbare trots. ‘We weten wat er met onze ideeën gebeurt: ze staan gewoon in het coalitieakkoord.’
Ik denk dat er ontzettend veel kansen liggen om het ambitieniveau van het coalitieakkoord nog verder te verhogen.
Aniek Moonen, voorzitter Jonge KlimaatbewegingDebat op basis van gevoelens en sentimenten
Naar voorbeeld van het Verenigd Koninkrijk krijgt Nederland een wetenschappelijke adviesraad die het klimaatbeleid van de overheid beoordeelt. De reden dat de Jonge Klimaatbeweging streed voor zo’n onafhankelijke autoriteit is eenvoudig, zegt de voorzitter: ‘Tot nu toe lukte het de overheid niet om de klimaatdoelen te halen.’
Moonen: ‘Nederland wil in 2030 minstens 55 procent minder CO2 uitstoten en zet qua beleid in op 60 procent. Een Klimaatautoriteit berekent jaarlijkse emissiebudgetten en doet beleidssuggesties om daar binnen te blijven. Als overheid heb je op die manier een duidelijker kader: je weet welke tussendoelen je moet halen om je einddoelen te bereiken.’
Daarnaast kan zo’n adviesraad het klimaatdebat vooruithelpen met objectieve argumenten, denkt Moonen. ‘Je ziet dat we op bepaalde onderwerpen lang blijven hangen, kijk maar naar het debat over kernenergie. Ik weet dat veel jongeren op de wetenschap vertrouwen. Als de wetenschap aangeeft dat we niet zonder kunnen, dan kunnen we niet zonder. Maar als de wetenschap zegt: het kan prima met wind- en zonne-energie, dan moeten we het niet doen. Nu is het een debat op basis van gevoelens en sentimenten geworden, waardoor we steeds maar geen beslissingen nemen. Een Klimaatautoriteit kan heel duidelijk laten zien: dit zegt de wetenschap, dit is het beste plan. Dan hoef je niet meer eindeloos te polderen en kun je meteen beginnen met de uitvoering.’
De Jonge Klimaatbeweging is opgezet met een duidelijk idee: jongeren verdienen een stem om hun eigen duurzame toekomst vorm te geven. In 2020 stond de Jonge Klimaatbeweging op de eerste positie van de Trouw Duurzame 100.
Zeven generaties vooruitkijken
Het tweede idee dat de nieuwe coalitie overnam van de Jonge Klimaatbeweging is de generatietoets. ‘Daarmee willen we afdwingen om te kijken naar de langetermijneffecten van beleid’, legt Moonen uit. ‘Niet alleen op economisch vlak, maar ook sociaal en ecologisch. Stel dat er wordt overlegd of ergens een nieuwe woonwijk moet komen. Dan onderzoek je wat dat over vijftig of honderd jaar met de brede welvaart doet.’
Het idee van de generatietoets is gebaseerd op de besluitvorming van oorspronkelijke bewoners van Amerika, die altijd meewegen wat hun keuzes gaan betekenen voor de zevende generatie. Moonen: ‘Of wij ook zoveel generaties vooruit moeten denken, weet ik niet. Maar het principe dat je niet alleen rekening houdt met je eigen welvaart, maar ook met die van anderen in de toekomst, vind ik mooi. Ik denk dat we dat in Nederland een beetje zijn verloren: we durven niet verder dan vier jaar vooruit te kijken.’
Grote systemische veranderingen
Een coalitie die de klimaatcrisis beschouwt als topprioriteit en luistert naar de input van bezorgde jongeren: op papier klinkt het veelbelovend, beaamt Moonen. Maar hoe deze beloftes zich gaan vertalen naar de praktijk, moet volgens haar nog maar blijken. Moonen: ‘We zijn bijvoorbeeld extreem blij met het nieuwe reductiedoel voor 2030, maar ik lees nog niet hoe ze dat gaan halen. Dat is het lastige: ik ben blij dat de coalitie deze ambitie laat zien, maar we zijn eigenlijk voorbij het punt om over ambitie te praten. Het wordt nog spannend om te zien in hoeverre de huidige coalitie bereid is bepaalde offers te maken om die doelen ook echt te gaan halen. Ik lees bijvoorbeeld niets over Lelystad Airport of Schiphol.’
Offers maken, aansturen op leefstijlaanpassingen omwille van het klimaat. Daar gaat het in de politiek nog veel te weinig over, vindt de jonge voorzitter. ‘We hebben de neiging om alles wat we hebben een groen jasje te geven en te doen alsof we kunnen blijven leven zoals we nu leven, maar dan op een duurzame manier, met overal bomen en alles elektrisch. Heel eerlijk: ik denk dat dat niet zo is. We hebben grote systemische veranderingen nodig om op die 60 procent uitstootreductie uit te komen. Zoals de auto inleveren, alleen nog in buurlanden op vakantie gaan, niet meer internationaal vliegen. Dat soort zaken is nu nog taboe om te bespreken, maar ergens tussen nu en 2050 moet dat soort besluiten worden genomen.’
Ik weet niet of we de klimaatdoelen gaan halen, ik twijfel daar enorm aan. Maar ik heb wel de moed om er alles aan te doen.
Aniek Moonen, voorzitter Jonge KlimaatbewegingMoonen verwacht dan ook dat de Jonge Klimaatbeweging zich de komende jaren veel gaat bezighouden met de concrete uitvoering van het akkoord dat nu op tafel ligt. ‘Ik denk dat er ontzettend veel kansen liggen om het ambitieniveau nog verder te verhogen’, aldus Moonen.
De moed er alles aan te doen
Of ze hoopvol is over de toekomst? Voor het eerst in het gesprek heeft ze langer dan een paar tellen nodig om over haar antwoord na te denken. ‘Ik durf niet snel te zeggen dat ik hoopvol ben’, besluit ze ten slotte aarzelend. ‘Dat is omdat ik het woord hoop vrij positief vind: ik associeer het met de verwachting dat iets beter wordt. Maar klimaatverandering is er al, en het gaat nog veel erger worden. De wereld wordt een stuk warmer en het weer gaat veel extremer worden. Er gaan landen onder water lopen. Voorkomen gaat niet meer, maar hoe meer en hoe eerder we nu in actie komen, hoe beter we dat leed kunnen verzachten. In plaats van over hoop praat ik daarom liever over moed. Want ik weet niet of we de klimaatdoelen gaan halen, ik twijfel daar enorm aan. Maar ik heb wel de moed om er alles aan te doen.’