Op vrijdag 24 november 2023, Black Friday, komt de Raad voor de leefomgeving en infrastructuur (Rli ? ) met een nieuw advies ‘Weg van de wegwerpmaatschappij’. In het Nederlandse overheidsbeleid komt er weliswaar steeds meer focus op verduurzaming en het circulair maken van de economie, maar in het beleid gaat nog weinig aandacht uit naar het tegengaan van de wegwerpmaatschappij. Kleding bijvoorbeeld, is door de lage prijs en kwaliteit in de ogen van veel mensen een wegwerpproduct geworden. Hetzelfde geldt voor woonaccessoires, meubels, witgoed en consumentenelektronica. Maar de wegwerpmaatschappij gaat gepaard met een grote milieudruk, grondstoffenverspilling en vaak slechte arbeidsomstandigheden in lagelonenlanden. Dit moet stoppen, vindt de Rli.
Tijd voor systeemverandering
De Rli betoogt in dit advies dat de transitie naar een duurzame en circulaire economie niet gaat lukken als we niet tegelijkertijd de bestaande wegwerpmaatschappij afbouwen. Duurzame en circulaire producten kunnen simpelweg niet op prijs concurreren met wegwerpproducten. Binnen het Europese en Nederlandse beleid worden in de ogen van de raad wel stappen gezet in de goede richting, maar het moet ambitieuzer. Met dit advies reikt de raad de Nederlandse overheid concrete handvatten aan voor gericht beleid om de wegwerptrend te keren. André van der Zande, Rli-raadslid. zegt hierover ‘Er is te weinig aandacht voor de wegwerptrend en er is echt een systeemverandering nodig. De aanwezige mechanismen die de wegwerptrend versterken moeten we vertragen of helemaal stopzetten, en we moeten onder andere gaan normeren en beprijzen.’
Het Rli-advies richt zich specifiek op drie goederenstromen waar veel milieuwinst te behalen valt: fast fashion, accu’s en batterijen in consumentenelektronica en meubels. Jaarlijks worden bijvoorbeeld wereldwijd zo’n honderd miljard kledingstukken geproduceerd. Vaak goedkope kleding van lage kwaliteit, waardoor het grootste deel hiervan binnen een jaar op de vuilnisbelt of in de verbrandingsoven belandt. De verkoop van kleding is bovendien in 15 jaar tijd gestegen met 60%. De kledingindustrie is inmiddels na de olie-industrie de vervuilendste ter wereld en veroorzaakt tien procent van de wereldwijde CO₂-uitstoot.
Ruimte voor verbetering
Deze trend is om meerdere redenen een slechte ontwikkeling. De productie van veel goederen gaat behalve met een grote uitstoot van CO₂, gepaard met aantasting van de biodiversiteit en vervuiling van bodem, lucht en water. Bovendien leidt het tot grondstoffen schaarste. Daarnaast kan concurrentie op zo goedkoop mogelijke productie leiden tot uitbuiting van arbeidskrachten. Een groot deel van de productie van consumptiegoederen vindt plaats buiten de Europese Unie. De productieketens zijn lang, hebben veel schakels en strekken zich wereldwijd uit. Met name aan het begin van de ketens, in lagelonenlanden, gaat veel mis. Maar ook in de afdankfase valt veel te verbeteren. Weliswaar wordt in Nederland een deel van de grondstoffen gerecycled, maar het gaat hierbij vaak om laagwaardig hergebruik. Voor het sluiten van de kringlopen is veel meer nodig, volgens de Rli.
De Europese Commissie heeft met voorstellen zoals de Ecodesign-verordening grote ambities. Maar het zal tijd kosten voordat deze en andere Europese regelgeving in werking treden. ‘Deze trend van steeds meer grondstoffenverbruik in combinatie met een korte levensduur van producten, zien wij graag ombuigen naar het gebruik van producten met een hogere kwaliteit, een langere levensduur en hoogwaardig hergebruik’, aldus Van der Zande.
Recht op reparatie
Wat kan de Nederlandse overheid nu voor actie ondernemen en wat betekent dit voor producenten, consumenten en Nederlands beleid? Naast normeren en beprijzen, zegt Van der Zande, moet de levensduur van producten omhoog. Hergebruik en reparatie moet normaal worden, bijvoorbeeld met de invoering van een reparatierecht en een reparatie-label, op Europese schaal. De elektronicamarkt is bijvoorbeeld erg afgeschermd. Is een elektrisch apparaat kapot, dan kan het vaak niet gerepareerd worden, of alleen met (dure) onderdelen van dat specifieke merk. ‘Als reparatie wel mogelijk is, dan moet je er vaak voor naar een merk-specifieke reparateur. Het zou helpen als je ook naar een algemene reparateur kan zoals je bij een autogarage ook algemene garages hebt die de onderdelen voor jouw auto kunnen bestellen zodat ze jouw auto kunnen repareren.’ Overigens heeft het Europees parlement op 21 november ingestemd met het (een ten opzichte van het Commissie voorstel aanzienlijk verbeterd ) Right to repair initiatief: Unlocking consumer freedom: EU Parliament votes yes to right to repair - Right to Repair Europe. En zo moet ook het Uitgebreide Producenten Verantwoordelijkheid (UPV)-beleid echt radicaler, gaat Van der Zande verder. Bijvoorbeeld door de koplopers op het gebied van duurzaamheid te belonen voor hun inzet door middel van het toepassen van gedifferentieerde tarieven.
Wat we eigenlijk zouden moeten hebben is een stemmetje dat zegt: Let op: spullen kopen kost u de toekomst van uw kleinkinderen.
André van der Zande, Rli-raadslidLet op!
Verder helpt het als de consument weerbaarder wordt, meent Van der Zande. ‘We denken dat we vrijheid hebben, maar eigenlijk weten we niets over hoe een product gemaakt is en hoelang het mee gaat. We worden gebombardeerd met mooie praatjes en slimme marketing, maar de milieu- en sociale gevolgen van onze aankopen blijven onderbelicht. Een levensduurlabel en reparatielabel geeft ons meer inzicht. Voor de invoering hiervan is een actief regisserende overheid nodig.’
Met het uitbrengen van dit advies wil de Rli de olifant in de kamer benoemen. Consumptie lijkt een groot feest voor het bedrijfsleven, maar de afvalberg blijft wel groeien, waarschuwt Van der Zande. Met behulp van AI, ICT en bijvoorbeeld het elektronisch productpaspoort kunnen grote stappen worden gemaakt en worden zaken controleerbaar. Van der Zande haalt het voorbeeld aan van de stem in de reclame die zegt: Let op, geld lenen kost geld. ‘Wat we eigenlijk zouden moeten hebben is een stemmetje dat zegt: Let op: spullen kopen kost u de toekomst van uw kleinkinderen.’
Paradijs op aarde?
Als dit advies serieus wordt genomen, wat verandert er dan? Ontstaat dan het paradijs op aarde?
In ieder geval zal het de uitputting van de aarde stoppen en zal het rampen voorkomen. De wereld zal er leefbaarder en leuker van worden, stelt Van der Zande. Er zijn aanpassingen nodig, maar het kan wel degelijk. De Rli geeft heel praktische handvatten zoals het invoeren van het recht op reparatie. Het kan, en in sommige landen gebeurt het al.