Aniek wessel cu TTK G9 L Oc unsplash

Het is vastgelegd in het Klimaatakkoord: in 2030 moet onze CO2-uitstoot met 49 procent verminderd zijn ten opzichte van 1990. In 2050 moet dit zelfs 95 procent zijn. Zo kunnen we de opwarming van de aarde beperken. Nederland staat daarmee voor een grote, complexe uitdaging. Kristel Lammers, directeur van het Nationaal Programma Regionale Energietransitie, heeft dagelijks met die complexiteit te maken – en met de kansen. ‘Duurzaamheid gaat niet alleen over de bron van warmte of energie. Ook de sociale relaties en verbinding moeten verduurzaamd worden. Voor mij is dat hét verhaal van de energietransitie.’

Het verminderen van de CO2-uitstoot, zoals afgesproken in het Klimaatakkoord, gaat niet vanzelf. Er zijn concrete plannen nodig. ‘We moeten het met 17,5 miljoen Nederlanders samen op veel gebieden anders aanpakken van energie tot zorg en onderwijs. We zijn tegen de grenzen aangelopen en moeten keuzes maken,’ zegt Lammers met overtuiging. ‘Rondom energie groeit dat besef gelukkig. Dat gaat zich doorzetten, en de Regionale Energiestrategie geeft hier een impuls aan.’

Regionale Energiestrategie: dertig regio’s aan de slag

Bij het maken van het Klimaatakkoord is Nederland opgedeeld in dertig energieregio’s, waarin maatschappelijke partners, bedrijfsleven, overheden en inwoners samenwerken. Elke energieregio maakt zijn eigen Regionale Energiestrategie waarmee invulling wordt gegeven aan de doelstellingen voor duurzame energie en warmte in het Klimaatakkoord – met keuzes die regionaal gedragen worden en passen bij de regionale opgaven, mogelijkheden en kansen. Het Nationaal Programma Regionale Energietransitie (NP RES) ondersteunt de verschillende regio’s bij het uitwerken van hun strategie.

Dertig regio’s, dertig uitdagingen

Door de verschillen tussen de dertig regio’s ontstaan er dertig verschillende trajecten met ieder hun eigen signatuur en aanpak als resultaat. Zorgt dat voor een extra grote uitdaging?

‘Die verschillen moeten we juist koesteren’, meent Lammers. ‘Vergelijk het eens met je eigen kinderen. De één praat eerder, de ander loopt eerder: je hebt andere basiskwaliteiten. Dat geldt ook voor de regio’s. De één heeft meer kennis op het gebied van draagvlak, de ander weet alles van ruimtelijke ordening. Ook het landschap verschilt natuurlijk. Wij zijn snel geneigd om bij te sturen en te homogeniseren maar laten we ruimte geven, zodat het kan groeien! In die verschillen, in die ontwikkeling van expertise, zitten juist antwoorden.’

Collectieve zoektocht

Ruimte bieden aan de verschillen tussen de regio’s is juist in Nederland spannend, legt Lammers uit: controle zit in onze cultuur. ‘Kijk naar ons rechte landschap, met zijn regels en vergunningen en structuren. Dit wordt een grote uitdaging voor ons. In deze transitie is namelijk niemand de baas. We worden overvallen door acties en uitkomsten die we niet kunnen voorzien. Het is een collectieve zoektocht, waarbij er altijd onzekerheid zal zijn. We voelen dat we het oude kwijtraken maar weten nog niet hoe het nieuwe eruitziet. Ja, dat is best een chaotische tijd.’ Lammers lacht, en vervolgt: ‘Daarom is de Regionale Energiestrategie zo belangrijk. Het landelijk niveau is te groot en het gemeentelijk niveau te klein, maar de regio biedt aanknopingspunten om die onzekerheid handen en voeten te geven. Dit is de juiste schaal voor de slagkracht en verbinding die we nu nodig hebben om onze vraagstukken verder te brengen.’

Het landelijk niveau is te groot en het gemeentelijk niveau te klein, maar de regio biedt aanknopingspunten om onzekerheid handen en voeten te geven.

Kristel Lammers

Ondersteuning bij de zoektocht naar antwoorden

Met het Nationale Programma Regionale Energietransitie ondersteunt Lammers de energieregio’s bij het uitwerken van hun strategie. Binnen het Nationale Programma werken de Unie van Waterschappen, het Interprovinciaal Overleg (IPO), de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) en het Rijk samen.

‘Antwoorden op vragen over de specifieke regionale situatie hebben we niet,’ legt Lammers uit. ‘Wel helpen we de regio’s de antwoorden te vinden. Zo hebben we regionale accounthouders die aansluiten bij kernteams, informatie overbrengen, als sparringpartners fungeren en inspireren. We hebben een expert-pool en bieden we een handreiking met praktische kennis en data-ondersteuning aan. Ook organiseren we kennisbijeenkomsten en jagen we de community of practice aan, waarbij deelnemers informatie en vragen uitwisselen. Daarnaast nemen we deel aan gesprekken met raadsleden, ondernemers en inwoners in de regio’s.’

Gelijkwaardige samenwerkingen

De afgelopen maanden werden er bijvoorbeeld meer dan tachtig bijeenkomsten georganiseerd in Noord-Holland. Hier kwamen ruim drieduizend inwoners, vertegenwoordigers van belangenorganisaties, dorpsraden, verenigingen van eigenaren en milieuorganisaties bij elkaar om mee te denken over de Regionale Energiestrategie. Zo kan iedereen meepraten en worden alle ideeën en afwegingen meegenomen.

Het Nationale Programma Regionale Energietransitie haalt zo knelpunten en kansen op en agendeert deze op landelijk niveau, waarmee de slagkracht van de regio’s wordt versterkt. Tegelijkertijd wordt er op regionaal niveau gewerkt aan verbinding. In de Regionale Energiestrategie wordt vanuit gelijkwaardigheid tussen overheden samengewerkt: een fundamentele verandering qua organisatie.

De focus ligt vaak op het product – de Regionale Energiestrategie die straks in maart 2021 op tafel ligt – maar de samenwerking die tot dat product leidt, is misschien net zo goed een doel.

Kristel Lammers

Balanceren tussen nu en straks

Terwijl de oude rollen nog trekken, wordt er volop geëxperimenteerd met nieuwe manieren van samenwerken en besturen. In samenwerking met de Nederlandse School voor Openbaar Bestuur onderzoekt het Nationale Programma Regionale Energietransitie welke verhoudingen en spelregels hierbij passen. Deze ontwikkeling is minstens zo belangrijk als de concrete Regionale Energiestrategie, legt Lammers uit.

‘De focus ligt vaak op het product de Regionale Energiestrategie die straks in maart 2021 op tafel ligt maar de samenwerking die tot dat product leidt, is misschien net zo goed een doel. Je werkt eigenlijk tegelijkertijd aan een nieuw bestuursmodel. In elke regio wordt een afweging gemaakt tussen het concrete doel van besparing en opwek, en het sociale doel van een duurzame relatie. Top-down gaat nú misschien sneller, maar als je geen draagvlak hebt, vertraag je in een later stadium. Hoe de optelsom van de dertig energiestrategieën er straks uitziet weten we nog niet, maar voor mij is de Regionale Energiestrategie hét verhaal van de energietransitie. Duurzaamheid gaat niet alleen over de bron van warmte of energie. Ook de sociale relaties en verbinding moeten verduurzaamd worden.’

Duurzaamheid gaat niet alleen over de bron van warmte of energie. Ook de sociale relaties en verbinding moeten verduurzaamd worden.

Kristel Lammers

De energietransitie: van ons allemaal

Daar ligt de grootste uitdaging, benadrukt Lammers. ‘Het gevoel dat dit wordt opgelegd, is nog heel groot. Hoe wordt de energietransitie van ons allemaal? We zijn nog niet zo ver dat we dit allemaal willen en dat we hiervoor de consequenties willen nemen. Maak ik zelf elke dag een 100 procent duurzame afweging? Nee, dat is ook voor mij een proces. We zijn er nog lang niet. Maar ik ben wel optimistisch. We zijn slim genoeg dat we het anders kunnen doen als we het echt willen. De energietransitie is bovendien niet alleen een uitdaging maar ook een kans, voor andere onderlinge verhoudingen. Tot nu toe hebben alle grote transities nieuwe hoop en mogelijkheden gebracht. Ik ben ervan overtuigd dat deze dat ook gaat doen.’

Kristel Lammers is programmadirecteur voor het Nationaal Programma Regionale Energie Strategieën (NP RES). Vóór haar aanstelling bij de NP RES werkte Lammers als programmamanager Invoering Omgevingswet en was ze lid van de Programmaraad van het interbestuurlijke programma Aan de Slag (ADS) bij de VNG. Meer weten over de RES? Kijk op de website van de RES of luister bijvoorbeeld deze podcast waarin Lammers dieper ingaat op de RES en de rol van het NP RES.

Azhar j t2hg HV1 R7 g unsplash

Update: Energiestrategie Amsterdam

Op 12 februari 2020 heeft Amsterdam, onderdeel van het RES-gebied Noord-Holland Zuid, als eerste gemeente een strategie voor het verduurzamen van de energiehuishouding van de stad gepubliceerd. Amsterdam wil volop inzetten op zonnepanelen en zeventien windmolens bijbouwen. Hiermee zou in 2030 80 procent van de elektriciteitsvraag van huishoudens in Amsterdam gedekt moeten worden. Meer over de energiestrategie van Amsterdam lees je in dit artikel.

Deel dit artikel op social media