Al ruim 100 jaar worden eieren veilig van boerderij naar bord vervoerd in het bekende en betrouwbare eierdoosje. Toch besluit verpakkingsproducent Huhtamaki om naar alternatieven uit te kijken: de kwaliteit en beschikbaarheid van het juiste oud papier neemt namelijk gestaag af. Samen met het Brabantse bedrijf NewFoss werkt Huhtamaki aan een natuurlijk en duurzaam geproduceerd alternatief, gemaakt van gras. Staatsbosbeheer zorgt voor een vaste aanvoer van gemaaid gras uit natuurgebieden, dat anders – tegen betaling – verwerkt moet worden. Een succesvolle samenwerking: twee jaar geleden werden de eerste eierdoosjes met grasvezels in productie genomen. Douwe-Jan van der Werff, Manager Sales & Marketing bij Huhtamaki, vertelt over de totstandkoming van de doosjes en de ketensamenwerking die nodig is om tot een geslaagde innovatie te komen.
Het bijzondere eierdoosje, GreeNest, rolt in het Friese Franeker van de band. Huhtamaki heeft met de toevoeging van grasvezel een primeur in de verpakkingsindustrie. Het begon allemaal met de zoektocht naar geschikte alternatieve grondstoffen voor de eierverpakking. Voor nu en in de toekomst. Van der Werff legt uit: ‘Decennialang komt de grondstof van de verpakkingsindustrie grotendeels vanuit papierrecycling. Slechts een heel klein deel is “nieuw papier”. In de loop der jaren is er echter steeds minder kwalitatief goed oud papier beschikbaar. We lezen minder kranten en tijdschriften, de basis voor dat geschikte oud papier, en tegelijk versturen we via de Amazone’s en Zalando’s van deze wereld heel veel pakketjes. Het is veel meer werk om van die dozen een geschikte grondstof maken. Reden om op zoek te gaan naar alternatieve grondstofmaterialen met dezelfde kwaliteit.’
Van idee tot innovatie
Gras was zo’n mogelijke alternatieve grondstof. ‘We zijn toen met een ontwikkeltraject gestart en al snel bleken er mogelijkheden te zijn. Natuurlijk ging het niet zonder slag of stoot. Er moet heel veel uitgevonden worden om tot een geschikt product te komen.’ Het Brabantse NewFoss had een bijzondere technologie ontwikkeld om het gras op een kwalitatieve manier te verwerken tot grasvezels. ‘We moesten de samenwerking opzoeken met experts op het gebied van de ‘bereiding’ van het gras. Je moet natuurlijk nog het een en ander met het gras doen voor je het daadwerkelijk kunt gebruiken in de fabrieken. Met NewFoss zijn we tot een proces gekomen dat een gras oplevert dat voor ons goed te verwerken is en dat tot een even sterk doosje gemaakt kan worden als de huidige verpakkingen.’
Het gras werd anders afgevoerd als afval en verwerkt, wat niet alleen geld kost, maar ook CO2 uitstoot en waardevolle grondstoffen verloren laat gaan
Douwe-Jan van der WerffStaatsbosbeheer als ‘hofleverancier’ natuurgras
Een constante aanvoer van de alternatieve vezel is belangrijk om tot een echt geschikt alternatief te komen. Gelukkig heeft gras, heel anders dan een boom, een korte levenscyclus. Zo’n drie tot vier keer per jaar kun je gemaaid gras verzamelen en dat vervolgens opslaan. Maar het gaat niet alleen om de hoeveelheid. ‘We zochten een leverancier die steeds voor voldoende onvervuild gras kon zorgen,’ vertelt Van der Werff. ‘En dan zonder dat we daarmee een andere markt in de weg zouden zitten. We kwamen uit bij Staatsbosbeheer. Zij hadden de juiste velden met gras in hun natuurgebieden. Het gras werd anders afgevoerd als afval en verwerkt, wat niet alleen geld kost, maar ook CO2 uitstoot en tegelijk waardevolle grondstoffen verloren laat gaan.’ Ook met Staatsbosbeheer wordt intensief gewerkt aan het optimaal aanleveren van de grondstof voor de doosjes. ‘Er gaat veel aan vooraf om tot goede aanvoer te komen: je hebt speciale maaitechnieken en machines nodig om te zorgen dat het gras zo zuiver mogelijk is en zo min mogelijk stenen en zand bevat.’3
Grondstoffen uit gras
Het gemaaide gras gaat naar de fabriek van NewFoss, een bedrijf dat is gespecialiseerd in het raffineren van biomassa tot waardevolle grondstoffen. In twee uur tijd wordt gras omgezet in houtachtige vezels, sappen vol suikers, eiwitten en aminozuren en mineralen. Het is een proces waar de natuur enkele maanden over doet. De technologie van NewFoss is ontstaan uit het natuurprincipe, maar is vele malen sneller, zonder dat daarbij verhitting of de inzet van chemicaliën nodig is. Bovendien houdt het CO2 vast in plaats van het uit te stoten. Zo wordt gras in een mum van tijd een hoogwaardige grondstof. De vezels die uit het proces ontstaan, gaan daarna naar Huhtamaki, waar ze verder bewerkt worden voor het gebruik in de eierdoosjes. Voor de productie van het doosje is de helft minder water nodig en de CO2-uitstoot is met minimaal 10% teruggebracht.
Als de methode opgeschaald kan worden, dan ligt er een veel grotere markt te wachten.
Douwe-Jan van der WerffMeer informatie is te vinden op de websites van Huhtamaki, van Staatsbosbeheer en van Newfoss.
Tijd om op te schalen?
Het gebruik van grasvezel voor verpakkingen heeft met GreeNest voor het eerst vorm gekregen. De doosjes liggen onder andere bij Albert Heijn in de schappen. Het is nog maar het begin, als het aan de verpakkingsproducent ligt. Het verpakken van biologische eieren is een logische aansluiting. Maar als de methode opgeschaald kan worden, dan ligt er een veel grotere markt te wachten. Niet alleen in het aantal doosjes; ook de hoeveelheid grasvezel per doosje kan dan verhoogd worden. Ook kan gekeken worden naar andere toepassingen. Dit verloopt op een rustig tempo: ‘Het is hierbij wel belangrijk dat we kwaliteit kunnen blijven leveren,’ aldus Van der Werff. De verpakkingen van grasvezel worden ondertussen verder ontwikkeld en ook het proces wordt verder aangescherpt. Ondertussen gaat de zoektocht naar andere geschikte vezels voort: wie weet welke verrassingen de natuur nog meer heeft voor de verpakkingsindustrie.