Sven brandsma mxi X Vp TJ t Y unsplash
Sander de Rouwe
Sander de Rouwe

Nederland streeft naar een volledig circulaire economie in 2050. Een mooi streven, maar volgens het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) niet haalbaar als we op dezelfde voet verdergaan. Ook de provincies zien in dat het roer om moet. De blik moet gericht op de regio, benadrukken zij. ‘Daar zit echt de kracht voor de omslag naar een circulaire economie’, aldus Sander de Rouwe, gedeputeerde van de Provincie Fryslân.

De Rouwe is ‘het gezicht’ van circulariteit binnen het Interprovinciaal Overleg (IPO). Namens het IPO lanceerde hij tijdens de Nationale Week van de Circulaire Economie 2021 de IPO Krachtenkaart. De kaart moet een brug slaan tussen regionale slagkracht en landelijke doelen en is een klemmende oproep aan het Rijk: zet de regio’s centraal in de circulaire ambitie.

De Krachtenkaart laat zien waar de circulaire potentie van de verschillende provincies zit, bijvoorbeeld op het gebied van competenties, ketens, universiteiten en ondernemers. Zo loopt Groningen met Chemport Europe voorop in het emissiearm en circulair maken van de chemische sector en blinkt Zeeland uit in circulariteit in de toeristisch-recreatieve sector. Uitgebreide informatie over de krachten en ontwikkelkansen per provincie zijn vastgelegd in de bij de Krachtenkaart behorende kansenkaarten.

De provincie is de ideale partij om ondernemers, onderwijs en overheden wél effectief te laten samenwerken.

Sander de Rouwe

Circulaire slagkracht zit in de provincies

‘De voedingsbodem voor de circulaire economie is enorm in de regio’, zegt De Rouwe. ‘Als je circulair wilt denken en werken, moet je eerst om je heen kijken. Wie staat er naast je? Met wie heb je een relatie? Waar wil je samen naar toe en hoe kom je daar? Voor een gemeente is dat lastig, want die hebben te maken met de beperkingen van de gemeentegrens. En voor het Rijk is het lastig omdat ze niet daar zijn waar het gebeurt. De provincie is de ideale partij om ondernemers, onderwijs en overheden wél effectief te laten samenwerken.’

De Rouwe plaatst hierbij wel een kanttekening: ‘We doen nu in elke provincie nog te veel losse dingetjes, het is gefragmenteerd. We moeten onze krachten als provincies bundelen. In kaart brengen wie waarin vooroploopt en vervolgens met en van elkaar leren en van volgoverheid groeien naar ontwikkeloverheid.’ Dat betekent: als provinciale overheid niet alleen reageren op de nationale doelen, maar ook zelf het initiatief tonen en de kar trekken. De Krachtenkaart is voor die ambitie een belangrijk instrument. Het vormt het startschot voor provincies om vanuit hun regionale kracht en in samenwerking met het Rijk, mede-overheden en andere regionale partijen te werken aan de circulaire transitie.

Krachtenkaart presentatie
Uitreiking IPO Krachtenkaart
Presentatie CE krachtenkaart

Wensen en voorstellen

De voorstellen en handreikingen op de Krachtenkaart maken duidelijk wat de provincies willen doen om de transitie te versnellen, zoals het ondersteunen van het regionale bedrijfsleven in de transitie en het ontwikkelen en versterken van Regionale Circulaire Ecosystemen. Ter illustratie van zo’n ecosysteem noemt De Rouwe een voorbeeld uit zijn thuisprovincie Friesland: Circulair Friesland. Deze vereniging, bottom-up ontstaan vanuit het bedrijfsleven, jaagt circulaire initiatieven aan, brengt partijen samen en werkt over verschillende sectoren en thema’s heen. Zowel het bedrijfsleven als overheden en onderwijs zijn met meer dan honderd leden ruim vertegenwoordigd. ‘De Provincie Fryslân heeft dat allemaal niet uitgevonden hoor, maar toen wij er als provincie achter gingen staan, kon het wel vleugels krijgen.’

‘Door vanuit de regio een voorzet te geven, krijgen ondernemers de kans om de show te stelen.’

Sander de Rouwe

De wensen op de IPO Krachtenkaart zijn de bijdragen die de provincies vragen van het Rijk. Het gaat dan onder andere om maatregelen die de marktkansen voor circulaire producten vergroten, zoals het fiscaal aantrekkelijk maken van de circulaire economie, en meer ruimte voor het opschalen van circulaire initiatieven.

Ondernemers laten scoren

Erg creatief of inspirerend is de kaart zo op het eerste gezicht niet. Maar dat is ook niet het doel, zegt De Rouwe. Net als de IPO Krachtenkaart zelf vergelijkt hij de circulaire transitie graag met een voetbalwedstrijd. Daarin zijn niet overheden de sterspelers, maar ondernemers. ‘Provincies zijn, als saaie overheden, de ideale middenvelders. Maar als wij onze krachten bundelen en de grote machinerie in gang zetten, kunnen het mkb en gemeenten, maar uiteindelijk heel Nederland daarvan profiteren. Door vanuit de regio een voorzet te geven, krijgen ondernemers de kans om de show te stelen. Zij zijn uiteindelijk de scorende spitsen.’

Ondernemers zijn uiteindelijk de scorende spitsen.

Sander de Rouwe

Aan motivatie ontbreekt het Nederlandse ondernemers niet, weet De Rouwe. Ook zij beseffen dat aan onze huidige lineaire economie een verkeerd prijskaartje hangt en willen verandering. ‘Bedrijven zijn vaak al veel verder dan overheden en staan te popelen om nog meer circulaire stappen te zetten. Nu de juiste condities nog creëren, dát is waar de IPO Krachtenkaart voor bedoeld is. Door te zorgen voor de juiste voorwaarden en omstandigheden, kunnen ondernemers in en vanuit de regio voor een enorme versnelling zorgen.’ De IPO Krachtenkaart kunnen we daarbij zien als een instrument om de benodigde omstandigheden voor elkaar te krijgen.

In de startblokken

Met een demissionair kabinet liggen veel zaken momenteel stil. Maar provincieambtenaren staan in de startblokken, volgens De Rouwe. ‘Door de samenwerking op te zoeken staat er een circulair leger van 30 fte klaar vanuit de provincies. Provincies hobbelden lang mee, maar worden nu een serieuze partner van het Rijk. Dat betekent dat we, vanuit de regio’s, nu ineens heel snel kunnen gaan.’ De verbinding van de provincies met de landelijke overheid zit verankerd in de nationale ambitie voor 2030-2050, aldus De Rouwe. ‘Elke twee maanden komt het IPO samen met het Rijk en verschillende maatschappelijke organisaties, zo houden we de vinger aan de pols. Aan ons allemaal nu de uitdaging om die verbinding niet alleen te behouden, maar ook te versterken. Dan kan de circulaire beweging echt gaan vliegen.’

Deel dit artikel op social media