Als grafisch ontwerper stond Mireille Geijsen aan de wieg van de mooiste en meest uiteenlopende designs. Maar haar meest geslaagde en succesvolle creatie ontstond niet op het beeldscherm van haar computer. Dat is namelijk haar bedrijf i-did waarmee de Utrechtse zowel mensen als materialen een nieuwe kans geeft.
Voor de eerste meters van i-did moeten we vijftien jaar terug. Geijsen (nu 56): ‘Ik leerde in die tijd een Koerdische kennen, een vluchteling. In haar thuisland was ze een ontwikkelde vrouw. Dat was ze hier natuurlijk ook, maar ze sprak nauwelijks Nederlands. Het was ook een tijd waarin er veel spanningen waren tussen westerlingen en moslims. Dat alles maakte haar kansen om hier aan de bak te komen er niet groter op, terwijl ze graag wilde werken. Dat vond ik moeilijk om te zien. Ik vond dat we mensen uit een andere cultuur niet moesten buitensluiten, maar juist moesten laten integreren in onze maatschappij. Ik wilde zoeken naar de overeenkomsten, in plaats van naar de tegenstellingen.’
Geijsen ging op zoek naar gelijkgestemden, maar vond in eerste instantie weinig medestanders. ‘Mensen van de gemeente keken me raar aan toen ik over mijn plannen vertelde. ‘Daar zijn toch re-integratiebureaus voor?’, was hun opvatting. In die tijd waren inclusiviteit en sociaal ondernemen nog niet zo vanzelfsprekend als nu. Daarom ging ik zelf maar op zoek naar manieren om mensen een betekenisvolle rol te geven. Het is zó belangrijk dat mensen werk doen waar ze voldoening van krijgen. Ben je lange tijd werkloos, dan kun je geïsoleerd raken en je geloof in jezelf verliezen. En neem maar van mij aan: dat kan ons allemaal gebeuren. Ik wilde deze mensen laten groeien, door ze aandacht te geven.’
Moeilijke stof
Het eerste initiatief van Geijsen – een duurzaam modelabel gericht op het hergebruik van reststromen textiel – was niet direct een schot in de roos. ‘Het product bleek te moeilijk. Negen van de tien mensen hadden nog nooit achter een naaimachine gezeten. Daarom hebben we het product veranderd: we veranderden van reststof naar gerecycled vilt. Vilt is namelijk veel geduldiger en kleine foutjes zijn veel makkelijker te camoufleren dan wanneer je bijvoorbeeld met zijde werkt.’
Ondanks de materiaalswitch bleef er voldoende stof tot nadenken. ‘Het was een hobbelig pad’, blikt Geijsen terug op de beginjaren van haar bedrijf. ‘Na twee jaar draaide ik met i-did als slowfashion label nog niet eens quitte. Er was veel waardering voor ons idee om werklozen weer een rol in de maatschappij te geven en ze daarbij intensief te coachen, maar we hadden wel een sluitende business case nodig. Het was echt zoeken en uitproberen in die tijd.’
Ik vind het geweldig om mensen te zien opbloeien. Betekenisvol werk doen en een gezamenlijk doel hebben draagt zó veel bij.
Mireille Geijsen, i-didDoor in te blijven zetten op een combinatie van sociaal ondernemen en duurzaamheid, en aansluiting te zoeken bij gemeenten, kreeg i-did steeds meer aandacht en succes. ‘De toetreding van Michiel Dekkers als business partner hielp ook enorm. Hij bracht een nieuwe dimensie binnen het bedrijf. We houden elkaar scherp en vullen elkaar perfect aan. Hij richt zich bijvoorbeeld op dit moment meer op de techniek van de i-did Factory terwijl ik me nu meer richt op de sociale blauwdruk van onze organisatie. Dat werkt perfect.’
Vorm van mindfulness
De weg omhoog is overduidelijk ingezet. In 2022 is i-did een gezonde en volwassen onderneming. ‘Via gemeenten komen we in contact met mensen die langdurig in de bijstand zitten. Voor die mensen is het soms heel moeilijk om weer aan de slag te gaan. Maar als we eenmaal samen een kop koffie drinken, is die drempel er niet meer – of in elk geval een stuk lager. Ik vind het geweldig om deze mensen te zien opbloeien. Betekenisvol werk doen en een gezamenlijk doel hebben draagt zó veel bij. Ik geniet ervan als ik zie dat onze mensen weer vertrouwen in zichzelf krijgen. En dat ze niet meer met gebogen schouders door het atelier lopen. Het werk is repetitief en eenvoudig, maar wel werk dat je met aandacht moet doen. Eigenlijk is het een vorm van mindfulness.’
Klaarmaken voor een nieuwe stap
Het doel van i-did is om mensen klaar te maken voor een volgende stap, vertelt Geijsen. ‘Vanuit een bijstandssituatie gaan werken is stap één. Wij geven mensen vertrouwen en bereiden ze zorgvuldig voor op de volgende stap: eentje met meer uitdaging en misschien ook verantwoordelijkheid. Dat doen we erg zorgvuldig. We hebben coaches in dienst die onze medewerkers helpen in hun weg naar duurzame inzetbaarheid.’
i-did houdt momenteel vele tientallen mensen aan het werk in de ateliers in Utrecht en Den Haag. Zij maken van gerecycled vilt producten voor niet bepaald de minste opdrachtgevers. Onder meer Picnic, KLM, IKEA en de Efteling geloven in de missie van i-did. Voor KLM maakte i-did bijvoorbeeld voor hun 100-jarige bestaan een serie blauwe, gerecycled vilten accessoires van gebruikte uniforms. Geijsen: ‘Zulke bedrijven hebben een magnetische werking. Tel daarbij op dat ons verhaal klopt en aansprekend is. Daar sluiten mensen en organisaties zich graag bij aan.’
Opening van fabriek in Den Haag
De volgende feestelijke gebeurtenis staat al op de agenda: op 19 mei gaan de deuren van de nieuwe fabriek in Den Haag open. ‘In die fabriek kunnen we onder één dak van afgeschreven textiel volwaardige eindproducten maken, maar ook accessoires en akoestische oplossingen. En we hebben geen gigantische partijen nodig. We zijn flexibel en kunnen ons productieproces gemakkelijk op- en afschalen. Met partijen vanaf vijfhonderd kilo kunnen we al hele mooie dingen doen.’
We blijven zoeken naar partnerships en nieuwe gebruiksdoelen. Zo kunnen we nóg meer afgeschreven textiel verwerken tot iets moois. En nóg meer mensen betekenisvol werk laten doen.
Mireille Geijsen, i-did‘De fabriek is ook een soort van kraamkamer. Mensen kunnen daar drie maanden werken, met behoud van uitkering, om te kijken of ze in dienst kunnen komen binnen ons atelier. Dat is een soort werkfit-traject, onder begeleiding van een coach. Werk als middel is het uiteindelijke doel. Het is echter niet voor iedereen direct haalbaar. Soms is er meer nodig voordat mensen duurzaam inzetbaar zijn.’
Intussen is i-did ook een samenwerking aangegaan met de Haagse Hogeschool en Sympany. Met een gezamenlijk project, Trashure genoemd, wil i-did met deze partners en met behulp van ontwerper Ronald van der Kemp een fashionable doek ontwikkelen. ‘We blijven zoeken naar partnerships en nieuwe gebruiksdoelen’, meldt Geijsen. ‘Zo kunnen we nóg meer afgeschreven textiel verwerken tot iets moois. En nóg meer mensen betekenisvol werk laten doen.’
Muze
En de Koerdische vrouw die Geijsen inspireerde en zo de aanleiding was tot de oprichting van i-did? ‘Ze is uiteindelijk nooit bij ons in dienst gekomen, maar ik zie haar wel als een soort muze. Ook al werkte ze zelf nooit bij ons, door haar hebben wel talloze mensen met een vergelijkbaar verhaal het geloof in hun eigen kunnen hervonden.’