‘Als je een vriend welvarend wil maken, geef hem dan niet meer geld, maar verminder zijn verlangens’, verkondigde de Griekse filosoof Epicurus 2300 jaar geleden al. Een goede raad waar we een voorbeeld aan zouden moeten nemen vindt Filosoof Marc Davidson. Want, zo stelt hij, we worden niet gelukkig van meer spullen. We worden met z’n allen juist gelukkiger én welvarender door minder te willen in plaats van meer te hebben.
Spullen kopen omdat het je een goed gevoel geeft, iedereen doet het wel eens. En word je er echt gelukkiger van? Soms wel, eventjes, maar vaak is dit geluksgevoel maar tijdelijk. Totdat je buurman een nieuwere versie iPhone heeft bijvoorbeeld. En nu lijkt die van jou ineens niet meer zo interessant. Een nieuwe kopen lijkt dan de oplossing, maar werkt het wel zo? Davidson legt uit dat we in dit geval te maken hebben met positionele goederen. Nadat we in onze basisbehoeften zijn voorzien (voeding, kleding, huisvesting), richten we ons steeds meer op het verkrijgen van positionele goederen. Positionele goederen zijn goederen die onze positie op de sociale ladder bepalen. We geven er een steeds groter deel van ons inkomen aan uit. Een huis aan zee, schilderijen van de ‘oude meesters’, maar vooral alle zaken die status opleveren, variërend van merkkleding tot een topfunctie in het bedrijfsleven. Positionele goederen (de term werd in 1976 geïntroduceerd door econoom Fred Hirsch) zijn schaarse goederen waarvan we de schaarste niet kunnen verminderen. Het aantal treden op de sociale ladder wordt immers alleen door de bevolkingsomvang bepaald.
'We worden niet gelukkig van meer spullen. We worden met z’n allen juist gelukkiger én welvarender door minder te willen in plaats van meer te hebben.'
Marc Davidson
Individu versus maatschappij
Davidson legt uit dat we in de moderne tijd, sinds de Verlichting, steeds meer bezig zijn met persoonlijke identiteit. Die identiteit ontlenen we aan wat we consumeren. We tonen anderen ermee wie we zijn. Wat we een beetje uit het oog verloren zijn, stelt hij, is de waarde van zaken die ons als individu overstijgen. Terwijl voor individuen de prikkel om positionele goederen na te jagen sterk is, levert dit voor de samenleving als geheel niet meer geluk of welvaart op, maar juist meer irrationeel en verspillend gedrag. Het probleem met positionele consumptie is dat het een zero-sum-game is. Als één iemand hoger op de sociale ladder klimt, moet iemand anders een trede naar beneden. Vandaar dat iemand met een salarisverhoging wel degelijk gelukkiger kan worden. Maar het maakt ons als land over het algemeen niet gelukkiger.
En
jij bent misschien even heel gelukkig met je aankoop van je nieuwe iPhone, maar
zodra je buurman een nieuwere heeft stijgt hij op de sociale ladder, en zul jij
een trede naar beneden moeten. Misschien hoeven we niet zo nodig op de hoogste
trede te zitten, zoals de allerrijksten op deze wereld, maar we willen in ieder
geval niet onder doen voor de mensen waarmee we ons vergelijken.
Bewust worden
Hoe
kunnen we dan wel gelukkiger worden? Allereerst door ons bewust te worden van
onze positionele consumptie. Als we inzien welk onzinnig spel we aan het spelen
zijn, waar wij niet gelukkiger van worden, maar wat wel schadelijk is voor het
milieu, dan verdampt die behoefte misschien een beetje, hoopt Davidson. ‘En dan
kunnen we ons richten op andere zaken in het leven. Zaken waarvan we wel
gelukkiger worden zonder dat anderen daarvan minder gelukkig worden, zoals
goede relaties, vriendschap en zingeving.’
Persoonlijke
ik overstijgen
Ieder
mens heeft de fundamentele behoefte een zinvol leven te leiden. Daarvoor hoef
je overigens niet meteen een religieus perspectief in te nemen. Voor de meeste
mensen bieden bijvoorbeeld familie en tradities de gewenste houvast. En je
kunt voldoening halen uit je werk, het steunen van de lokale sportvereniging of
een natuurorganisatie.
Dit
klinkt tegenstrijdig in een tijd dat de kerken leeglopen en de voetbalclub een
chronisch tekort aan vrijwilligers heeft. Davidson: ‘We hebben niet meer zo
scherp voor ogen wat ons gelukkig maakt. Maar als wij aan het eind van ons
leven terugblikken, zal onze tevredenheid over ons leven niet worden bepaald
door het aantal versies van de iPhone dat wij hebben gehad of hoe ver onze
vliegreizen ons hebben gebracht’, stelt Davidson. ‘Dan wordt onze tevredenheid
bepaald door of wij van betekenis hebben kunnen zijn voor wat wij ten diepste
waardevol vinden, zoals onze familie, vrienden, de natuur, of wat dan
ook.’
Onbegrensde verlangens
Verlangens
beteugelen. In die woorden zitten
twee inzichten, legt Davidson uit. Ten eerste dat je geluk zowel afhangt van
wat je hebt als van wat je verlangt. En ten tweede dat het makkelijker is om je
verlangens te beteugelen dan met meer geld je verlangens te bevredigen. Want,
zoals Epicurus ook stelde, verlangens zijn onbegrensd. Er is geen limiet aan
wat wij kunnen willen. Hebben Jeff Bezos en Elon Musk genoeg miljarden? Aan hun
gedrag te zien blijkbaar nog niet.
Het
is natuurlijk makkelijk te praten over het beteugelen van je verlangens als je
je geen zorgen hoeft te maken om een dak boven je hoofd, je energierekening en
voldoende eten op tafel. Maar als Davidson het heeft over de meerwaarde van
minderen, dan doelt hij niet op de basisbehoeften. ‘Maar tot onze
basisbehoeften behoren geen vliegreizen, grote auto’s en de nieuwste iPhone,
ook al willen reclames ons anders doen geloven’ voegt hij toe.
Meerwaarde
voor natuur, milieu en planeet
Als
wij ons kunnen losmaken van het idee dat onze identiteit wordt bepaald door hoe
onze consumptie zich verhoudt tot de consumptie van onze buren, dan zien we ook
in dat we eerder gelukkiger zullen worden door onze verlangens te beteugelen
dan door rijker te worden. We zullen ons bewuster zijn van wat werkelijk
waardevol voor ons is. ‘En dan heb ik het nog niet eens gehad over de
meerwaarde voor natuur, milieu en planeet’, voegt Davidson toe.
Is het ook waarschijnlijk dat we Epicurus’ raad ter harte gaan nemen? Volgens het neo-liberalisme is competitie het beste principe voor het inrichten van de maatschappij, maar die competitie bevordert juist individualisme en positionele consumptie, waarschuwt Davidson. ‘Ik hoop daarom dat de komende jaren de slinger weer de andere kant op beweegt. Dat men de leegte van het individualisme gaat inzien en de waarde herontdekt van zaken die het individu overstijgen.’
Marc Davidson gaf een speech over het onderwerp ter ere van het jubileum van Milieu Centraal over de meerwaarde van minderen. Lees hier de complete speech.
Monitor Brede Welvaart
Brede welvaart omvat alles wat mensen van waarde vinden. Naast materiële welvaart gaat het ook om zaken als gezondheid, onderwijs, milieu en leefomgeving, sociale cohesie, persoonlijke ontplooiing en veiligheid. De brede welvaart van een land kan dus afnemen, terwijl de financiële welvaart toeneemt. Hoe het gesteld is met de brede welvaart in ons land wordt gemeten door het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) in de Monitor Brede Welvaart.
De Monitor Brede Welvaart van het CBS beschrijft hoe het gaat met de brede welvaart van de mensen die nu in Nederland wonen (‘hier en nu’), en de gevolgen van ons huidige welvaartsniveau voor de brede welvaart van de volgende generaties in Nederland (‘later’) en van mensen in andere landen (‘elders’). Ook onderzoekt de monitor de robuustheid van de samenleving, in het bijzonder of onze natuur, samenleving en economie veerkrachtig genoeg zijn om een volgende grote schok (zoals een pandemie) op te vangen.
Thema’s binnen de brede welvaart worden beschreven vanuit de 17 duurzame ontwikkelingsdoelen van de Verenigde Naties, in de Nederlandse context (‘SDG’s’). Deze doelen kunnen gezien worden als internationaal afgesproken doelstellingen op het terrein van de brede welvaart en de houdbaarheid daarvan op de langere termijn.