
De grote uitdagingen in onze leefomgeving – van stikstof tot woningnood, van biodiversiteitsverlies tot waterkwaliteit – zijn inmiddels geen verrassing meer. We weten wat er speelt. We weten ook waar het wringt. En toch: al jaren blijven echte doorbraken uit. Hoe kan dat? De Raad voor de leefomgeving en infrastructuur (Rli) komt in haar recente advies Falen en opstaan met een scherpe analyse: het is niet het gebrek aan kennis of plannen dat ons belemmert, maar het systeem zelf. Of beter: het samenspel tussen overheid, bedrijfsleven en gemeenschappen, dat onvoldoende werkt.
In de afgelopen decennia heeft de overheid zich steeds meer gedragen als bedrijf: gericht op controle, beheersbaarheid en efficiëntie. Bedrijven kregen veel ruimte, maar niet per se de verantwoordelijkheid. En gemeenschappen – of het nu burgercollectieven, coöperaties of lokale initiatieven zijn – komen nauwelijks aan tafel. Laat staan dat ze regie of ruimte krijgen. De balans is zoek.
Tegelijkertijd is het maatschappelijke speelveld fundamenteel veranderd. Problemen zijn complexer, de ruimte schaarser, de belangen harder. En de klassieke oplossingen werken niet meer. Beleidsdoelen worden zelden gehaald, regels stapelen zich op, en het vertrouwen tussen partijen daalt. In deze realiteit is falen onvermijdelijk. Maar dat maakt falen nog geen probleem – zolang we ervan leren.

Durven leren door te doen
Het vraagt lef. Om te experimenteren. Kleine stappen te zetten, zonder dat het meteen foutloos of perfect moet zijn. De Rli pleit daarom voor vijf essentiële veranderingen: brede waardendialogen, gelijkwaardige betrokkenheid van gemeenschappen, nieuwe vormen van samenwerking, een stimulerende rol van bedrijven en een overheid die systemisch en met vakmanschap handelt.
Samen uit de impasse
Het rapport Falen en opstaan is geen klaagzang, maar een uitnodiging. Aan overheden om hun rol te herzien. Aan bedrijven om niet te vertragen, maar te versnellen. Aan gemeenschappen om hun stem en creativiteit voluit in te zetten. En aan ons allemaal om het anders te gaan doen. Samen.
Lees hier het hele rapport van de Raad voor de leefomgeving en infrastructuur.
Bij Duurzaamheid.nl herkennen we deze oproep. Sterker nog: het is de kern van wat wij Spelen met Duurzaamheid noemen. Want 'spelen' betekent niet vrijblijvendheid – het betekent ruimte om te oefenen, aan te passen, te leren en samen te ontdekken wat werkt. Geen eindeloze modellen of blauwdrukken, maar doen wat nu nodig is. Met energie. En met plezier.

Benieuwd hoe Spelen met Duurzaamheid jouw organisatie kan helpen? Neem contact op voor een inspiratiesessie of strategisch traject.