Hoe scoren Europese landen op de Sustainable Development Goals (SDG’s)? Dat kun je lezen in het nieuwste Europe Sustainable Development Report. De derde editie van dit rapport toont op welke SDG’s Europese landen het wel en niet goed doen en deelt de ‘Leave No One Behind Index’. Deze index meet ongelijkheden tussen (bevolkings)groepen in elk land. Ook bevat het rapport een ‘Spillover Index’. Deze index laat zien dat voortgang in Europa gepaard gaat met negatieve spillover effecten elders in de wereld. Zo wordt inzichtelijk gemaakt dat het Europa lukt om de eigen CO2-uitstoot terug te dringen, maar dat hierdoor de CO2-uitstoot buiten Europa – veroorzaakt door bijvoorbeeld de Europese import van fossiele brandstoffen – stijgt.
Europa & de SDG’s: COVID remt vooruitgang
In 2020 is voor het eerst de gemiddelde SDG-indexscore van Europa niet gestegen. De oorzaak? De pandemie die heel de wereld platlegde. COVID-19 zorgde voor een negatieve impact op de levensverwachting en voor meer armoede en meer werkloosheid. Wel wordt geconcludeerd dat de achteruitgang in Europa minder ernstig is dan in de rest van de wereld – waarschijnlijk dankzij de genomen steunmaatregelen.
De grootste SDG-uitdagingen waar Europa voor staat gaan over duurzame voeding en landbouw, klimaat en biodiversiteit (SDG’s 2, 12, 13, 14 en 15). Hier moeten nog flink wat stappen gezet worden, wil Europa de SDG’s in 2030 behalen. Dat geldt overigens niet alleen voor deze doelen. Het tempo van vooruitgang bij veel doelen is eigenlijk te laag om de SDG’s op de afgesproken deadline te halen.
Finland staat bovenaan de 2021 SDG-index voor Europese landen. Maar ook wereldwijd scoort dit land het beste. Finland wordt gevolgd door twee andere Noord-Europese landen, namelijk Zweden en Denemarken.
Voor het eerst werd in het Europese SDG-rapport ook gekeken naar kandidaat-lidstaten. De conclusie? Deze landen presteren ver onder het EU-gemiddelde, hoewel ze vooruitgang boekten voordat de pandemie toesloeg.
Leave No One Behind Index: duurzame ontwikkeling en het verminderen van ongelijkheden versterken elkaar
‘Leave no one behind’ is hét centrale doel van de SDG’s. Net zo belangrijk als het behalen van de klimaat- en biodiversiteitsdoelstellingen, zijn solidariteit en ambitieus sociaal beleid, waardoor niemand ‘achterblijft en iedereen kan profiteren van de vooruitgang.
Uit onderzoek blijkt dat kwetsbare groepen en bevolkingsgroepen – zoals armere mensen, vrouwen en migranten – vaker negatieve gezondheids- en sociaaleconomische gevolgen ervaren door rampen en oorlogen. Dat blijkt ook te gelden voor een pandemie. Zowel in Europa als in de rest van de wereld is de ongelijkheid toegenomen. Wel valt op dat in Europa de effecten minder zichtbaar zijn. Hoe dit kan? In Europa is gelijktijdig met het bestrijden van de pandemie, volop ingezet op het overeind houden van de economie. Hierdoor zijn kwetsbare groepen beter beschermd.
De Leave No One Behind Index meet ongelijkheden tussen bevolkingsgroepen in elk land. De index richt zich op vier dimensies: (1) extreme armoede; (2) inkomensongelijkheid; (3) genderongelijkheid; (4) toegang tot goede voorzieningen voor iedereen. Hoe een land of continent scoort, wordt bepaald aan de hand van 31 indicatoren. Landen die goed scoren op de SDG-Index, hebben vaak ook een hoge score op de Leave No One Behind Index. Dit geeft aan dat duurzame ontwikkeling en het verminderen van ongelijkheden elkaar wederzijds versterken.
Europa koploper negatieve spillover effecten
De acties van elk land kunnen positieve en negatieve effecten hebben op het vermogen van andere landen om de SDG's te behalen. Dit wordt een spillover-effect genoemd en kun je zien als de voetafdruk van een land. De Spillover Index brengt de voetafdruk van alle landen in kaart. Hiervoor worden landen op drie dimensies beoordeeld: milieu en sociaal, economisch en veiligheid. Hoe hoger de score, hoe positiever de voetafdruk van een land.
De Spillover Index in het nieuwe Europese SDG-rapport laat zien dat Europese landen opvallend veel negatieve spillover-effecten genereren. Het doen en laten van Europese landen heeft dus negatieve ecologische en sociaaleconomische gevolgen voor de rest van de wereld. Zo houdt de import van kleding, textiel en leerproducten naar Europa volgens het rapport verband met 375 dodelijke arbeidsongevallen en 21.000 niet-dodelijke ongevallen per jaar. Voorbeelden die laten zien dat de huidige consumptie in EU-landen bijdraagt aan de aantasting van het milieu buiten Europa zijn onder meer ontbossing en verlies van biodiversiteit als gevolg van de import van hout, palmolie, koffie, rubber, soja en andere grondstoffen.
Nederland gestegen naar plek 13
Nederland staat op de dertiende plek van de Europese SDG-ranglijst. Dat is één plek hoger dan vorig jaar. Net als andere Europese landen scoren we niet goed op met name de milieudoelen (SDG's 12, 13, 14, 15). Verder valt op dat Nederland van alle Europese landen het slechtst scoort op de Spillover Index. Ons land heeft een aanzienlijke negatieve voetafdruk op andere landen. Dat heeft onder meer te maken met het gebruik van pesticiden in onze landbouw en de CO2-uitstoot die veroorzaakt wordt door onze import.
Waar Nederland wél goed op scoort? De Leave No One Behind Index. Ons land behaalt een zesde plek op de index die gaat over inclusiviteit.