Nederland staat bekend als jeansland met Amsterdam als Denim Capital. Jaarlijks worden er hier 21 miljoen jeans verkocht. Minder bekend is dat voor elk paar zo’n 8000 liter water nodig is. Als we onze spijkerbroek hebben afgedragen, belandt deze vaak nog in de prullenbak. Dat kan anders, vindt ook een groeiend aantal spelers in de denimindustrie zelf. Sinds oktober 2019 werken ze binnen de Green Deal Circulaire Denim samen aan een circulaire denimindustrie. Eén van de initiatiefnemers en ambassadeur van deze ‘Denim Deal’ is James Veenhoff.
Veenhoff is geen onbekende in de jeanswereld. Zo is hij sinds 2010 betrokken bij jeansspecialist en kennishub House of Denim. In 2018 zette hij de eerste stap richting de Denim Deal toen premier Mark Rutte en staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat, Stientje van Veldhoven, op bezoek waren bij House of Denim. ‘Ik stelde hen de vraag: Ik heb een idee om een miljard liter water te besparen, bij wie moet ik mij melden?’ vertelt Veenhoff. ‘Van Veldhoven antwoordde toen: “bij mij.”’
Ik heb een idee om een miljard liter water te besparen, bij wie moet ik mij melden?
James VeenhoffInmiddels heeft de Denim Deal alle schakels van een circulaire denimketen met elkaar in verbinding gebracht, van textielafvalverwerkers en innovators tot spinnerijen en merken. De deelnemende merken zijn Loop a life, Kings of Indigo, Mud Jeans, Kuyichi en Scotch en Soda. Producenten zitten vooral in Turkije. ‘Op de achtergrond zijn er meer merken en producenten actief’, meldt Veenhoff. ‘Niet iedereen durft het contract van de deal te tekenen. Sommigen zijn volop in transitie en werken hard aan verduurzaming van hun eigen keten, maar zijn nog niet klaar om openlijk met concurrerende merken samen te werken. Ook zijn zij vaak bang beticht te worden van greenwashing. We blijven met deze merken in dialoog, want er is zeker interesse.’
Mobiliseren van meer vraag
De basis van de Denim Deal is het verhogen van de vraag naar post-consumer gerecycled denim, ofwel ‘PCR denim’. Dit zijn stoffen die deels gemaakt zijn van ingezameld, niet-herdraagbaar textiel dat is gerecycled tot nieuw product. ‘Wanneer genoeg merken naar PCR denim vragen, zullen producenten willen leveren. Op deze wijze hopen we dat met de Denim Deal de vraag naar stoffen die deels gemaakt zijn van gerecyclede materialen, steeds dieper de keten in daalt.’ Ofwel: weverijen zullen spinnerijen vragen of zij garen hebben van post-consumer gerecycled katoen. Spinnerijen zullen dan een manier moeten vinden om dit te leveren, et cetera. Zo kan er een systeemverandering plaatsvinden van een lineaire naar een circulaire denimketen waarbij oude kleding van consumenten wordt ingezameld, gesorteerd, gerecycled en vervaardigd tot nieuwe kleding - en weer opnieuw.
Veenhoff legt dit verder uit: ‘Wit katoen is super geschikt voor recycling, omdat je het verschil met virgin katoen niet ziet. Het probleem is, ingezameld niet-herdraagbaar wit katoen is relatief schaars.’ Donkerblauw of zwart is volgens Veenhoff veel ruimer voor handen, maar heeft met een hoog percentage PCR katoenvezel invloed op de denimstof. ‘Je jeans krijgt dan een viezige grauwe kleur, dat koopt niemand.’ Voordeel is dat donkergekleurd katoen wél verwerkt kan worden in denimstoffen met ‘maar’ vijf procent PCR katoenvezel. De invloed op de kwaliteit en esthetiek is dan miniem ‘Nu belanden deze stoffen vaak nog op de afvalberg of in de verbrandingsoven. Met de Denim Deal creëren we ook voor deze stoffen de potentie om op grote schaal gerecycled te worden naar nieuwe denim.’
Nieuwe standaarden voor gerecycled denim
Veenhoff beschrijft wat de Denim Deal voor ogen heeft: duidelijke standaarden voor gerecyclede stoffen en een terminologie waarmee de communicatie tussen alle partijen in de keten gemakkelijker verloopt. ‘Merken zouden op beurzen simpelweg moeten kunnen vragen: ‘Wat hebben jullie in de categorie vijf of twintig procent PCR denimstof? Om vervolgens stalen voorgelegd te krijgen waaruit ze kunnen kiezen.’
Binnen de Denim Deal wordt daarom gewerkt aan drie standaarden in de markt, denimstof met vijf procent, twintig procent en veertig procent PCR katoenvezel. Om dit te bereiken stelt de Denim Deal een aantal doelen die de aangesloten partijen samen dienen op te pakken. De eerste is dat merken eind 2023 vijf procent PCR katoenvezel in hun gehele denimcollectie verwerken. Een tweede doel is om de komende drie jaar samen drie miljoen jeans met twintig procent PCR katoenvezels te produceren. Om de innovatiekracht van koplopers binnen de Denim Deal niet te beperken, is er voor deze groep een derde doel toegevoegd: stoffen met veertig procent PCR katoenvezels. ‘Maar onderaan is de pyramide het breedst’, lacht Veenhoff. Door van denimstof met vijf procent PCR katoenvezel de standaard te maken, kan er volgens Veenhoff tractie in de markt gecreëerd worden. ‘Als je nagaat dat we alleen al in Nederland 21 miljoen jeans verkopen en wereldwijd we twee miljard jeans produceren, vergis je dan niet in de impact die een minimale standaard van vijf procent kan maken.’