Hoe draagt de circulaire economie bij aan duurzame, sociale steden? Advies- en onderzoeksbureau Metabolic biedt strategieën en gereedschappen om ambitieuze en haalbare stappen te zetten, naar een economie binnen de grenzen van de planeet. Uitdagend? Zeker - maar ook leuk, zegt Senior Consultant & Cities Team Lead Gerard Roemers. ‘Voetbal is toch ook niet minder leuk omdat er regels zijn? De uitdaging is juist om binnen die regels het spelletje zo goed mogelijk te spelen!’
Om inzicht te krijgen in de spelregels is het perspectief van de circulaire economie cruciaal. ‘De circulaire economie heeft namelijk een valkuil: je kunt denken, en dat gebeurt ook, dat recyclen genoeg is,’ vertelt Roemers. ‘Als Metabolic willen we verder gaan. Circulariteit is daarbij een middel. De hoofddoelen? Dat zijn structurele verduurzaming en systeemverandering.’
'Je wilt de oorzaken en zelfs denkwijzen achter de patronen doorgronden. Dáár wil je gaan sturen.
Gerard RoemersDe systeemblik voor de circulaire stad
Om systemen te kunnen veranderen, moet je ze eerst doorgronden. Maar wat houdt systeemdenken precies in? Het helpt om te denken aan een ijsberg, legt Roemers uit. De punt van de berg, die boven het water uitsteekt, zijn gebeurtenissen die je kunt zien - van droogte tot grondstoffentekort.
‘Je wilt echter dieper kijken, naar patronen, trends en gebeurtenissen door de tijd heen, op verschillende plekken,’ vertelt Roemers. ‘Vervolgens wil je de oorzaken en zelfs denkwijzen achter die patronen doorgronden. Dáár wil je gaan sturen.’
Naast de diepere oorzaken onderzoek je ook de interactie tussen de onderdelen van een systeem. Dat is belangrijk, wil je er voor zorgen dat je oplossingen geen nieuwe problemen veroorzaken. ‘Wanneer je bijvoorbeeld een prachtig energieneutraal gebouw ergens ver in het buitengebied neerzet, kan de locatie weer veel energieverbruik in woon- en werkverkeer veroorzaken. Dat wil je voorkomen.’ Hoe doe je dat?
Het stedelijk metabolisme
‘Het is echt noodzakelijk om het hele systeem, de hele stad en alle lagen van de gebouwde omgeving te analyseren,’ vertelt Roemers. ‘Onderzoek hoe alle onderdelen samenhangen. Zo krijg je een dynamisch model dat laat zien hoe de stad werkt.’
‘Van infrastructuur en mobiliteit, wonen en werken, tot economische activiteiten: alles wat we doen veroorzaakt ingaande en uitgaande materiaal-, energie- en waterstromen. Het stedelijk metabolisme noemen we dat. Wanneer je snapt hoe dat werkt, kun je ook patronen van materiaalgebruik, emissies en impact verklaren. En als je deze patronen kunt verklaren, kun je ze ook veranderen. Dan weet je aan welke knop je moet draaien om te zorgen dat het metabolisme er anders gaat uitzien.’
Hoe meer inzicht je hebt in het metabolisme van je stad of van je bedrijf, hoe beter je realistische doelen kunt stellen.
Gerard RoemersVerschillende gemeenten, verschillende rollen
Gemeenten kunnen hierbij diverse rollen oppakken, vertelt Roemers. Het ontwikkelen van een gedegen en gedragen visie en strategie is daarin vaak een eerste belangrijke stap. Zo heeft gemeente Rotterdam zich onder andere gericht op visie en strategie: op basis van Metabolics grondstoffenonderzoek is de gemeente het programma Rotterdam Circulair gestart, een meerjarig programma waarin verschillende partijen elkaar inspireren, samen leren en experimenteren. ‘Zij hebben zich de analyse echt eigen gemaakt, samen met ondernemers een visie vormgegeven, en prioriteiten gesteld die bij de stad passen - zoals gezondheid voor bepaalde inwonersgroepen en werkgelegenheid,’ vertelt Roemers.
Ook aanjagen en opbouwen is wezenlijk. Hoe maak je je visie tastbaar? ‘Deze rol komt vaak tot uiting in de ontwikkeling van fysieke plekken,’ legt Roemers uit. ‘Denk bijvoorbeeld aan De Ceuvel in Amsterdam of aan Blue City in Rotterdam. Deze broedplaatsen laten zien hoe je circulair kunt bouwen en zijn een ontmoetingsplek voor de duurzame ondernemers die er gevestigd zijn. Ook in het buitenland zie je deze ontwikkeling: zo heeft Charlotte in de Verenigde Staten een schuur omgetoverd tot innovation barn, een innovatielab voor materiaalgebruik. Al deze plekken zijn levende laboratoria voor de circulaire stad, waar je het verhaal kunt vertellen.’
Venserpolder Circulair: Strategie en interventies voor een lokale en veerkrachtige circulaire economie. Illustratie van grondstofstromen en emissies voor de wijk Venserpolder in Amsterdam Zuid-Oost.
Accenten in de aanpak
Deze rollen worden al door verschillende steden opgepakt, signaleert Roemers. ‘Dat gaat al heel goed. Nu is het tijd voor opschaling en voor het veranderen van de manier waarop je als stad je kerntaken vormgeeft, bijvoorbeeld op het gebied van ruimtelijke ordening.’
De mate waarin je als stadsbestuur andere rollen kunt oppakken, zoals circulaire bouw- en gebiedsontwikkeling, of het geven van directe financiële prikkels door subsidies, is afhankelijk van jouw positie als gemeente. ‘Maar ook zonder direct te sturen als overheid zijn er mogelijkheden, zoals een samenwerking met marktpartijen,’ legt Roemers uit. ‘Je kunt bijvoorbeeld inzichtelijk maken wat verschillende materialen waard zijn en de markt uitdagen daarop te investeren. Dat wordt bijvoorbeeld gedaan door het programma Rotterdam Circulair, maar ook internationaal gebeurt dit vaker.’
Het verschilt sowieso per gemeente waar de accenten worden gelegd bij het ontwikkelen van een aanpak. Je moet altijd op je unieke kenmerken inspringen, legt Roemers uit. ‘In Amsterdam moeten er veel woningen worden gebouwd, in Rotterdam moeten er veel oudere woningen worden gesloopt en gerenoveerd. In een krimpgemeente spelen weer hele andere opgaven. Het verschilt per gemeente wat belangrijk is.’
Kennis van je eigen metabolisme, de materiaalstromen in jouw eigen stad of regio, is heel belangrijk.
Gerard RoemersKennis van je metabolisme
Dat betekent niet dat er geen basisaanpak is, benadrukt Roemers. ‘Kennis van je eigen metabolisme, de materiaalstromen in jouw eigen stad of regio, is heel belangrijk. De eerste stap is een materiaalstroomanalyse: wat gaat er in en uit je stad, welke impact heeft dat, en welk waardeverlies vindt plaats? Daarnaast maken wij altijd een contextanalyse: welke economische sectoren zijn sterk, met welke stakeholders heb je allemaal te maken, met welke bedrijven en kennisinstellingen kun je samenwerken? Deze basis gebruik je om goede kwantitatieve doelen te stellen en slimme interventies uit te zoeken.’
Samenwerking is daarbij het toverwoord, meent Roemers: ook kennisinstellingen en bedrijven hebben een belangrijke rol. ‘Gemeenten en kennisinstellingen spelen vaak een belangrijke rol bij het ontsluiten van kennis, bijvoorbeeld over de grootte van afvalstromen in de regio. Je komt er echter alleen in samenwerking met bedrijven achter of er ook een haalbaar verdienmodel is voor het recyclen van deze materialen. Samen moet je bepalen wat haalbaar is en hoe hoog je de lat legt. We moeten het echt integraal aanpakken.’
Spelregels voor de circulaire stad
Daarin zijn ook qua wet- en regelgeving zeker stappen te zetten, denkt Roemers. Wat is duurzame groei binnen de circulaire economie? Daarvoor kunnen we spelregels maken, op Europees niveau, maar ook op niveau van de stad, om te ondernemen binnen planetaire grenzen. ‘Ik denk dat het bedrijven helpt als je goede prikkels neerlegt. Hoe meer inzicht je bovendien hebt in het metabolisme van je stad, of van je bedrijf, hoe beter je realistische doelen kunt stellen. Weet je: voetbal is ook niet minder leuk omdat er spelregels zijn. De uitdaging is juist om binnen die regels het spelletje zo goed mogelijk te spelen. Je kunt als gemeente hierin het voortouw nemen. Ik zou gas geven!’