Als eerste stad ter wereld wil Amsterdam in 2050 honderd procent circulair en klimaatneutraal zijn. Een flinke ambitie, waarvoor de zaadjes al in 2015 geplant zijn. Toen al begon de stad met het onderzoek naar de mogelijkheden van een circulaire economie. Wat zou het brengen, niet alleen op lokaal maar ook op mondiaal niveau? De uitkomst van dit onderzoek leidde tot het eerste programma Circulaire Economie, met daarin 70 projecten gericht op voedsel en gebouwde omgeving. Eind 2017 volgde een evaluatie met nieuwe aanbevelingen. Dit vormde het vertrekpunt voor de nieuwe strategie Amsterdam Circulair. Het doel: een bloeiende, zichzelf vernieuwende stad voor iedereen, binnen de grenzen van wat onze aarde aan kan.
Dit doel past één op één in het model van de donuteconomie, dat is ontwikkeld door de Britse econoom Kate Raworth. Raworth veegt de diepgewortelde gedachte dat enkel economische groei leidt tot vooruitgang van tafel. Liever richt zij zich op het optimaliseren van ons welbevinden binnen de grenzen van een ecologisch plafond en een sociale ondergrens.
Vandaar de term donut: zit je als economie in de donut, dan zit je safe. Verschuif je te veel naar de binnenkant, dan kom je in het gat van humanitaire tekortkomingen op het gebied van voedsel, veiligheid en een (politieke) stem. Wijk je naar de buitenkant van de donut dan pleeg je roofbouw op de natuur, met zaken als verlies aan biodiversiteit en klimaatverandering als gevolg. Het donutdenken ziet financiële welvaart als een onderdeel van de economie en deze gedachte wordt wereldwijd meer en meer geadopteerd.
Zo ook in Amsterdam. Speciaal voor onze hoofdstad ontwikkelde Raworth de stadsdonut: een ideale blauwdruk die wordt gebruikt als basis voor de strategie op weg naar een volledig duurzame stad. In april vorig jaar lanceerde Amsterdam deze strategie en sindsdien volgt de hele wereld de ontwikkelingen op de voet. Samen met Eveline Jonkhoff, programmamanager Amsterdam Circulair, blikken we terug op vorig jaar.
Hoe zijn Amsterdam en Raworth bij elkaar gekomen?
'We waren al een paar jaar bezig met onderzoek naar en projecten binnen circulaire economie en kwamen in contact met Raworth en haar donutmodel. We ontdekten al snel dat er voor beide partijen een goede match was: als stad waren wij zoekende naar een manier om ook het sociale aspect te integreren in de circulaire economie. Raworth had op haar beurt sterk te behoefte om haar gedachtengoed te vertalen naar het niveau van de stad. Dit hebben we samengebracht. Wat resulteerde in de Stadsdonut voor Amsterdam, het vertrekpunt voor onze strategie Amsterdam Circulair.’
Hoe ga je dan verder, met ontwikkeling en implementatie?
‘We hebben de strategie eigenlijk in twee fases ontwikkeld. In de eerste fase hebben we bouwstenen ontwikkeld voor de nieuwe strategie die zijn getoetst aan het doel van de donut: het verminderen van de milieudruk en het versterken van het sociaal fundament van de stad. Daarnaast hebben we in samenwerking met Raworth, Circle Economy en C40 Cities een Stadsdonut ontwikkeld. Het Stadsportret geeft een beeld van de stad, bekeken vanuit vier lenzen:
de impact op lokaal niveau vanuit sociaal en ecologisch perspectief en de impact op mondiaal niveau vanuit sociaal en ecologisch perspectief. Dit wordt nu doorontwikkeld en geïntegreerd met de monitor, zodat we dit beeld steeds actueel houden.
Alles wat we doen om de circulaire economie werkelijkheid te laten worden, wordt dusdanig ingestoken dat het onze milieudruk vermindert en het sociaal fundament versterkt.
Eveline Jonkhoff, programmamanager Amsterdam CirculairConcreet betekent dit dat álles wat we doen om die circulaire economie werkelijkheid te laten worden, dusdanig wordt ingestoken dat het onze milieudruk vermindert en het sociaal fundament versterkt. Hier én elders in de wereld, want daar draait het natuurlijk om bij een circulaire economie. Dat gaat van gebouwen die we herbestemmen of renoveren, tot het tegengaan van voedselverspilling en alles daartussenin. Op sociaal niveau gaat het om het versterken van het sociale fundament, zoals werkgelegenheid en betaalbaarheid. We willen dat Amsterdammers meekunnen in de vooruitgang.
Een uitwerking daarvan zijn de ‘donut deals’, lokale initiatieven die zijn opgezet door bewoners en/of ondernemers in een buurt en die minstens één ecologisch thema en drie sociale thema’s uit de donut combineert. De eerste donut deal was in Zuidoost. Vrouwen krijgen daar naailes om gordijnen te maken waarmee ze hun woning beter kunnen isoleren. Het resultaat is uiteindelijk een lagere energierekening. Tegelijkertijd leren ze Nederlands. Ook hebben we in elk stadsdeel een donutworkshop ontwikkeld waarbij de bewoners de agenda bepaalden op basis van een aantal thema’s uit de donut. In het ene stadsdeel spraken we over veiligheid en gezondheid, in het andere over afval en milieu. De uitkomsten daarvan vormden de input van de sociale lens uit het Stadsportret.’
Hoe zag het proces voorafgaand aan deze implementatie eruit?
‘Begin 2019 zijn we gestart met een serie workshops met Raworth, Circle Economy, C40 Cities en alle collega’s vanuit de verschillende directies in Amsterdam. We hebben gekeken naar de donut en de doelen die we moeten halen. Hoe past dit op elkaar en wat moeten we dan doen? Met deze partijen hebben we de bouwstenen beschreven en uitgewerkt. In januari 2020 hebben we een grote bijeenkomst georganiseerd in de Zuiderkerk met vertegenwoordigers van het bedrijfsleven, kennisinstellingen etc. We hebben een open conceptversie van onze strategie en het innovatie- en uitvoeringsprogramma gedeeld en gevraagd wat er ontbreekt en of het uitvoerbaar is. Samen hebben we het aangescherpt en afgemaakt.’
Onze uitvoeringsstrategie is samen leren door te doen.
Eveline Jonkhoff, programmamanager Amsterdam CirculairWe zijn bijna een jaar verder, wat is er al bereikt?
‘We zitten nu vol in de uitvoering van ruim tweehonderd projecten uit het innovatie - uitvoeringsprogramma Amsterdam Circulair 2020-2021. Dat gaat voorspoedig, we kunnen al opschalen. Het gaat nu met name over projecten binnen de waardeketens voedsel & organische reststromen, consumptiegoederen en gebouwde omgeving. We ontwikkelen bijvoorbeeld circulaire inkoopcriteria voor aanbestedingen in de gebiedsontwikkeling en we ondersteunen bedrijven die bijdragen aan de waardeketens. Hotels zijn hier een voorbeeld van: er is een kopgroep circulaire hotels opgericht die impact maakt op de drie genoemde waardeketens.’
Waar zijn jullie tegenaan gelopen?
‘Onze uitvoeringsstrategie is samen leren door te doen. We hebben heel veel vragen waar we nog een antwoord op zoeken. Rondom het fiscaal-juridisch instrumentarium bijvoorbeeld. Een andere uitdaging blijft de vraag hoe we ervoor zorgen dat we het gedachtegoed van de circulaire economie heel praktisch vertalen. Welke criteria kunnen we hanteren bij gebiedsontwikkeling? Hoe zorgen we er samen met ontwerpers en producenten voor dat producten anders worden ontworpen? Voor iedere keten geldt dat alle schakels moeten samenwerken. De regio speelt hier een grote rol in. Tegelijk zijn we aan het lobbyen bij de Rijksoverheid en Europa. We willen natuurlijk dat nieuwe standaarden worden vastgelegd. Zoals we dat voor de energieprestaties van gebouwen doen, willen we dat ook doen voor materiaalkeuzes voor gebouwen.’
De circulaire economie krijgt steeds meer fundament omdat iedereen inziet dat we zo niet verder kunnen.
Eveline Jonkhoff, programmamanager Amsterdam CirculairHoe zijn de reacties op Amsterdam als koploper in de circulaire economie?
‘Heel bijzonder. We hebben begin april, dus in het midden van de eerste coronagolf, onze strategie & innovatie- en uitvoeringsprogramma samen met de Monitor en onze stadsdonut en de monitor gelanceerd. Dat was precies het moment waarop de wereld begon na te denken over de vraag hoe we beter uit de huidige crisis komen. De circulaire economie krijgt steeds meer fundament omdat iedereen inziet dat we zo niet verder kunnen. We worden nog steeds vaak benaderd met de vraag of wij onze kennis willen delen. Dat doen we graag. Het is belangrijk dat we als steden de handen wereldwijd ineenslaan. Want juist in de steden worden we dagelijks geconfronteerd met het soort uitdagingen waar we voor staan, dus daar zit ook de oplossing.