Sustainable Development Goal 14 (SDG 14) draait om de bescherming en het duurzaam gebruik van onze oceanen, zeeën en rivieren. Ze beslaan driekwart van het planeetoppervlak, en zijn daarmee het allergrootste ecosysteem van de wereld.
Gevolgen van klimaatveranderingen, vervuiling en overbevissing bedreigen onze wereldzeeën. Scheepvaart en visserij, vervuild rivierwater, zwerfplastic: allemaal dragen ze bij aan de bedreiging van dat gigantische ecosysteem. Dat het tij moet worden gekeerd, is duidelijk. Want niet alleen zijn oceanen de grootste CO2-buffer, ze zijn ook een bron van voedsel en groene energie, en zijn wereldwijd voor drie miljard mensen dé bron van inkomsten. Bovendien zijn oceanen en zeeën de leefomgeving van allerlei bijzondere koesterenswaardige organismen – van minuscule algen en oogverblindend koraal tot gigantische walvissen.
Waar staan we wereldwijd?
De zeeën zijn enorm vervuild, waar zeeleven de dupe van wordt. Ook is twintig procent van het koraal inmiddels afgestorven, en wordt een groot deel van wat over is bedreigd. Overbevissing zorgt ervoor dat veel vissoorten dreigen te verdwijnen. Maar het goede nieuws is dat er mooie stappen worden gezet. 87 landen tekenden een bindende overeenkomst die illegale overbevissing moet tegengaan. En wereldwijd verbeterden 104 van de 220 kustregio’s de kwaliteit van hun kustwateren tussen 2012 en 2018.
Hoe staat Nederland ervoor?
Ons mariene areaal – en het gebied waar wij dus invloed op kunnen uitoefenen – omvat een deel van de Noordzee, de Waddenzee en de zeearmen. 74 procent van ons zwemwater in de kustgebieden is uitstekend van kwaliteit. We zitten daarmee in Europa zo’n beetje in de middenmoot. De biodiversiteit in de open Noordzee staat onder druk: de Living Planet Index is de laatste jaren met dertig procent afgenomen. Voor wat betreft duurzame visserij doen we het zo slecht niet. Dankzij vangstlimieten en andere maatregelen zijn er van vijf belangrijke commerciële vissoorten weer genoeg om van duurzame visserij te spreken.
Hoe gaan we ons doel halen?
Internationale samenwerking is nodig. We beschermen de biodiversiteit in de oceanen bovendien door bewust te kiezen welk zeeleven we wel en niet eten. Het is cruciaal om ons plasticgebruik aan banden te leggen, en daarin worden (wereldwijd) flinke stappen gezet.