De wereld verstedelijkt in rap tempo. Meer dan de helft van de wereldbevolking woont in een stad. En dat aantal neemt in de komende decennia nog eens fors toe. Wereldwijd kampen we met dezelfde uitdagingen: hoe blijven steden leefbaar, duurzaam en economisch florerend voor iedereen? Meiny Prins, directeur van Priva en initiatiefnemer van de Sustainable Urban Delta, pleit voor een drastische verandering van de manier waarop we land gebruiken en voedsel verbouwen en distribueren. ‘Als een stad zich weer verantwoordelijk gaat voelen voor het produceren van het voedsel voor haar inwoners, lever je een enorme bijdrage aan het helpen oplossen van de milieuproblematiek in deze wereld.’ Nederland is wat haar betreft een sprekend voorbeeld voor de metropolen.
Het technologiebedrijf Priva zette ruim zestig jaar geleden met de eerste klimaatcomputer een belangrijke stap op het gebied van klimaatbeheersing in de tuinbouw. Nu is Priva in Nederland en internationaal toonaangevend in het ontwikkelen en produceren van innovatieve oplossingen voor duurzame klimaatbeheersing en procesbeheer voor de utiliteitsbouw, de tuinbouw en indoorteelt. Meiny Prins was onder meer intensief betrokken bij de ontwikkeling van het Topsectorenbeleid op de thema’s water, energie en tuinbouw, en zet zich in voor duurzaamheid, innovatie en internationalisering in de verbinding tussen bedrijven, overheden en sectoren.
In 1800 leefde slechts twee procent van de wereldbevolking in steden. In 1950 was dit percentage opgelopen tot dertig procent en in 2007 bereikten we een mijlpaal toen voor het eerst meer dan de helft van de wereldpopulatie in steden woonde. Nu komen er wekelijks anderhalf miljoen stedelingen bij. Dit betekent dat in 2030 zestig procent van de wereldbevolking in stedelijke regio’s woont.
Bron: PWC
Je pleit voor het terugbrengen van de voedselvoorziening naar de stad. Waarom heeft juist voeding zoveel impact op de uitdagingen waar we wereldwijd voor staan?
Voeding gaat over zoveel meer dan alleen gezond eten. Het gaat over CO2-reductie, over energie, mobiliteit, gezondheid, water, sociale cohesie… En, heel belangrijk: het staat dicht bij de mensen, het is niet ingewikkeld of te groot. Vroeger hadden steden een green belt rondom de stad waar het voedsel voor de stad werd geproduceerd. Zo’n green belt op relatief korte afstand van de consument is nog steeds een logisch idee, maar megasteden duwen dit ommeland weg met hun groei. Voor investeerders in vastgoed is het winstgevender om een bouwvergunning aan te vragen voor boerenland en er een andere bestemming met een veel hogere waarde aan te geven. Ik pleit ervoor om lokale voedselproductie en daarmee dus de green belt mee te nemen in de grootstedelijke ontwikkelingen. Daardoor ontstaan er nieuwe verbanden op sociaal, ecologisch en economisch niveau. Er komt meer groen in de stad, het bespaart enorme hoeveelheden water en energie en het brengt de CO2-uitstoot omlaag. En onderschat het sociale aspect niet. Voedselproductie, gekoppeld aan onder meer food markten, ondernemerschap, werkgelegenheid, groen, heeft een belangrijke bijdrage aan een leefbare stad. Maar ook het anders toepassen van kasachtige constructies biedt grote kansen. Denk aan het koppelen van een kas aan een wooncentrum voor ouderen, zodat zij altijd een aangenaam binnenklimaat ervaren, ze daar hun volkstuintjes kunnen hebben en de kleinkinderen kunnen spelen in een zandbak.’
Niets doen kost meer geld dan wél investeren in een duurzame en nieuwe economie. We moeten de moed hebben om duurzame beslissingen te nemen.
Meiny Prins, directeur van Priva en initiatiefnemer van de Sustainable Urban DeltaJe keert je tegen het doemdenken.
Een duurzame toekomst is eigenlijk heel dichtbij. Niets doen kost meer geld dan wél investeren in een duurzame en nieuwe economie. We moeten de moed hebben om duurzame beslissingen te nemen. Iedereen kan aanvoelen dat zonne-energie de toekomst is en toch wordt het jammer genoeg zo tegengewerkt. Er zijn te veel gevestigde belangen van de fossiele energiesector en indirect ook bij overheden en banken. Dat zeg ik ook altijd in mijn lezingen: met subsidies, niet alleen in fossiel maar ook in de landbouw, houden we een systeem in stand dat onze eigen aarde vernietigt. En de manier waarop nog veel van ons voedsel wordt geproduceerd, gecombineerd met de klimaatveranderingen, maakt dat er straks miljarden mensen honger hebben. Grootschalige productie, gebaseerd op monocultuur en geconcentreerd in bepaalde gebieden, is vooral gericht op kostenreductie. Maar met alle transporten, overmatig waterverbruik en voedselverspilling is het desastreus voor het milieu.
Die massaproductie gaat helemaal in tegen lokaal produceren.
‘Nogal ja. De manier waarop we vlees produceren en dat vervolgens gesubsidieerd dumpen in Afrika lijkt natuurlijk nergens op. Je ontneemt veel landen het recht om zich te ontwikkelen.
Agro is een mooi goed, iets wat economische groei stimuleert, elk land heeft recht op zijn eigen economische ontwikkeling door zijn eigen landbouwsector te laten groeien en die kans ontnemen we landen gewoon.’
In 2012 startte je met de Sustainable Urban Delta, jouw concept voor duurzame voedselvoorziening in grote deltasteden overal ter wereld.
‘Ja, ik wilde laten zien dat we de oplossingen al op de plank hebben liggen. Met de stichting willen we gemeentebesturen, stadsplanners, architecten, vastgoedontwikkelaars, bedrijven en burgers wereldwijd inspireren. Bovendien begon toen het gas opraakte het besef door te dringen dat Nederland op zoek moest naar een nieuw verdienmodel. Bij Priva zeggen we ‘hoe integraler hoe klimaatneutraler’. Verbinding en balans in hoe we omgaan met energie, water en afvalstoffen, dat is het begin van de circulariteit. Een voorbeeld is het toepassen van CO2 uit het industriegebied van Rotterdam in kassen, of de verwarming van een woonwijk koppelen aan de overtollige energie uit een kas. Dat deden we ruim tien jaar geleden al met het project Hoogeland in Naaldwijk. Binnen bestaande structuren wordt het al heel snel groot en ingewikkeld, je moet ergens beginnen. Daarom: kleinschalig, zodat er gemakkelijk actie aan te koppelen is, vanuit business en ondernemerschap. Voor mij is de lokale voedselproductie de oplossing, want zoals we nu ons voedsel produceren en distribueren is echt een drama, dat kan niet meer. We zijn de inspanning om dat te veranderen verplicht aan de generaties die komen.
Je zegt ‘het wordt zo groot’, maar we spreken wel over steden van 10 miljoen inwoners.
(lachend) ‘Als je Nederland bekijkt als een stad, dan zijn we de groenste stad ter wereld. Een mooier voorbeeld van hoe het groen kan worden opgenomen in stedelijk gebied is er niet. Het Westland is het voorbeeld van stadslandbouw in de metropool Nederland. Dit soort infrastructuren is zo goed voor het ondernemerschap, de sociale coherentie en een duurzame voedselvoorziening. Ideaal is het als voedsel niet verder dan 700 of 800 kilometer wordt getransporteerd, dus hier maximaal naar België, Duitsland of Engeland. Dat is nog redelijk lokaal, het gaat niet de hele wereld over en in steden als Shanghai of Mexico City ben je immers ook uren onderweg.’
Nederland heeft dus een voorbeeldfunctie?
‘Het draait allemaal om integraliteit. En daar is Nederland echt heel erg goed in. Er zijn zoveel projecten in Nederland op het gebied van voedselvoorziening die direct een bijdrage leveren aan een duurzame stad en dus aan een prettige leefomgeving. Nederland is één groot referentieproject. CO2 uit de haven van Rotterdam wordt gebruikt om planten te laten groeien. Er zijn al volop koppelingen tussen datacenters en de stad, tussen afvalwater en de stad. Denk ook aan plantmateriaal dat bouwmateriaal wordt. En in Nederland zijn we in staat om op een duurzame manier met vier liter water tachtig kilo tomaten per vierkante meter te produceren. In veel landen wordt nauwelijks vier kilo tomaten per vierkante meter gehaald, en is wel tachtig tot tweehonderd liter water per kilo nodig. Het zijn prachtige voorbeelden van hoe je je businesscase kunt opbouwen en hoe je je land weer waarde geeft.
Wij hebben al zoveel in huis om een bijdrage te leveren aan het verduurzamen van de grootste metropolen ter wereld. Al die steden kampen met dezelfde problemen op het gebied van water, voedsel, energie, mobiliteit. En wij kunnen daarbij helpen. De Sustainable Urban Delta als nieuw verdienmodel voor de BV Nederland.’
Krijg je het idee van lokale voedselproductie aan de man gebracht?
‘Dat hoop ik wel. Ik heb een documentaire gemaakt om city planners, architecten en de besturen van grote steden te inspireren met bestaande initiatieven, zodat ze zien dat het kan. Ik laat projecten zien in het zwaar verpauperde Detroit of in de ring van Beijing. In China werden vastgoedontwikkelaars verplicht om, als ze wilden bouwen in de stad, ook te investeren in die groene gordel. Je land wordt namelijk nog veel meer waard als je er slimme voedselprojecten op zet. Ik probeer die voorbeelden aan elkaar te knopen zodat ontwerpers die ruimte ook pakken. Die ondernemers zijn er wel, ik laat ze aan het woord, maar de stad zal het moeten faciliteren.’
Dat gebeurt te weinig?
‘Zeker, bovendien ontbreekt de kennis vaak. Er wordt te veel gekeken naar de directe winst op grond, wat verdienen we er nu aan, in plaats van wat brengt de lange termijn, ook qua werkgelegenheid en het welbevinden van mensen die niet alleen maar tussen betonblokken willen wonen. Die stadsbesturen zullen toch moeten inzien dat daar een veel grotere waarde ligt dan de grondprijs.’
Je koppelt high tech aan een visie om de wereld mooier te maken voor onze kinderen.
‘Ik ben ervan overtuigd dat tech de wereld gaat veranderen. De techniek is er al en wordt ook steeds goedkoper waardoor er meer gebruik van kan worden gemaakt. Bovendien heeft niemand van onze huidige generatie als missie om op het platteland te werken tussen de gewassen. Tech is dus ontzettend belangrijk. We hoeven niks nieuws te ontwikkelen. Ons eigen gedrag zit ons in de weg. Wij houden met elkaar systemen in stand die grote doorbraken op het gebied van energie, water, voedselvoorziening en gezondheidszorg tegenwerken. Denk aan de absurde subsidies voor landbouw en fossiele energie. Ik weet zeker dat we het komende decennium grote technologische doorbraken gaan beleven. En die vinden plaats in de stad, afgedwongen door de inwoners. Stedelingen willen niet meer wonen in veel te dure en te kleine appartementen, omringd door vuile lucht een stinkend riool en nauwelijks groen. Die kwaliteit van leven wordt steeds belangrijker, belangrijker dan economische groei.’
Dit wordt de eeuw van de stad. Binnen vijftien jaar leeft zestig procent van alle mensen in een metropool.
Meiny Prins, directeur van Priva en initiatiefnemer van de Sustainable Urban DeltaZo bepalen steden wat er gebeurt?
‘Ja, dit wordt de eeuw van de stad. Binnen vijftien jaar leeft zestig procent van alle mensen in een metropool. De afstand van landelijk beleid tot wat steden echt nodig hebben, wordt steeds groter, dat zie je overal in de wereld. De minister is bezig met asfalt en Amsterdam heeft het over smart mobility. In de Verenigde Staten zag je Trump die zich terugtrok uit het akkoord van Parijs, terwijl er in de steden de grootste milieubeweging tot nu toe op gang is gekomen, die zich verbindt aan de klimaatdoelen. Ik denk echt dat in de steden heel interessante dingen gaan gebeuren, ook om in een rap tempo te verduurzamen wat de landelijke overheid al helemaal niet meer kan met al die belangen. Die spelen in de stad veel minder, partijpolitiek is daar niet zo sterk.’
Je zegt ook dat het gaat om het plezier en de ervaring van iets te zien groeien.
‘Ja, het gevoel dat je weet waar het vandaan komt. En vooral ook dat het veilig is. Niet gegarandeerd door een keurmerk, maar omdat je de oorsprong kent. Dat geeft een fijn gevoel.
Beleidsmakers snappen dat nog onvoldoende, maar de milieuproblemen geven wel een gezonde prikkel voor verandering. We moeten mensen ook leren hoe ze op een andere manier voedsel kunnen produceren. Zo bouw je een ecosysteem, waarin je vanuit ondernemerschap idealisme koppelt aan verdienmodellen. Dat is de toekomst.’
Meer weten?
Begin dit jaar bracht Meiny Prins de documentaire The City and the Green Belt uit. Hierin legt Meiny o.a. uit waarom een green belt zo belangrijk is voor steden.